Boekfragment: Een

Sarah Crossan won met haar adembenemende boek Een vele internationale prijzen, waaronder de prestigieuze Britse Carnegie Medal. Een gaat over Grace en Tippi, een Siamese tweeling van bijna zeventien, die niet anders weten dan dat ze samen zijn. Hun leven verandert echter drastisch wanneer ze niet langer thuis les kunnen krijgen, maar naar de lokale middelbare school moeten.

Tussen de leeuwen
‘Jullie worden niet voor de leeuwen gegooid,’
zegt meneer James, de directeur,
en hij stelt ons voor aan Yasmeen,
die ons zal begeleiden.
‘Zij is de komende tijd
ook jullie vriendin,’ zegt meneer James.

Mijn vader en moeder reageren opgelucht,
alsof dit meisje met haar opvallende knalroze
bobkapsel en
haar dunne polsjes
ons zou kunnen verdedigen
tegen iets anders dan een lastige mot.

‘Holy cow!
Jullie zijn ongelooflijk!’ zegt Yasmeen
zonder zichtbare walging
als ze ons ziet,
en dat lijkt mij
een heel goed begin van de dag.

En het is waar
wat ze zei.
Het is ongelooflijk dat wij
de baarmoeder overleefd hebben.
Dat we niet bij de geboorte
zijn gestorven.
Het is ongelooflijk dat we de
zestien jaar hebben gehaald.

Maar ik wil niet ongelooflijk zijn.
Niet hier.

Ik wil net zo saai zijn als alle anderen
al zeg ik dat niet tegen Yasmeen.
Ik glimlach en Tippi zegt: ‘Dank je.’
We lopen achter onze kleine, tengere
verdedigster met het roze haar aan
de gang door
naar het leslokaal.

In de pauze
In de pauze en tussenuren
drommen ze om ons heen
alsof wij
de lunch zijn
en zij
een stel uitgehongerde beesten.

Lange nekken
– gespannen, reikhalzend –
om het beter te kunnen zien.

Terwijl we toch niet bepaald
spiernaakt de cancan dansen.
We leunen alleen maar
op onze krukken.

Maar dat is genoeg.

Ze zijn in de ban van onze aanwezigheid.

De toeschouwers zijn meisjes met
glad haar
en jongens met
opgezette kragen,
en schone, keurig geknipte nagels.
Zo bij elkaar zien ze eruit
als een plaatje uit een catalogus
van Abercrombie & Fitch.
Allemaal netjes en zorgvuldig gestreken.

Niemand zegt iets
als
Tippi vertelt hoe we heten
en waar we vandaan komen.
Ze kijken alleen maar naar ons,
onafgebroken,
alsof ze zich ervan willen verzekeren
dat we echt zijn.

Uiteindelijk drijft Yasmeen de kliek
uit elkaar.
‘Genoeg!’ roept ze
en ze neemt ons mee naar een paar plastic stoeltjes
bij de nooduitgang.

Jon zegt: ‘Jullie zijn vast aan dat gestaar gewend geraakt.’

‘Zou jij er ooit aan wennen?’ vraagt Tippi.
Ik slik.
Yasmeen lacht snuivend.
Jon denkt even na.
‘Nee,’ zegt hij dan.
‘Ik zou er behoorlijk
pissig van worden.’

Crossan

Boekgegevens

Sarah Crossan, Een, Uitgeverij Pepper Books, 240 pagina’s, ISBN 978 90 206 0841 0 (€ 16,99)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie augustus 2016

Berichten gemaakt 5307

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven