Boekfragment: Dertien manieren van kijken

Dertien manieren van kijken is een novelle, onder dezelfde titel gebundeld met drie sterke korte verhalen.

Een is te weinig, twee is nooit genoeg. Nog een glas sancerre, alsjeblieft, liefje, en zet me daarna droog. Alexander de Grote wist waar en wanneer hij moest stoppen. Vroeger, lang, lang geleden, kon hij vijf, zes glazen aan, maar die tijd is voorbij en zijn leger heeft zich al lang geleden teruggetrokken.
In zijn jonge jaren bestond de eigenaardige gewoonte van de drie-martini-lunch. Bij The Queen in Court Street. Luger’s op Broadway. Marco Polo’s in Carroll Gardens. Maar Cage and Tollner in Fulton Street was de beste van allemaal. Zon door het raam. Stofdeeltjes warrelend in schuine banen licht. Het cocktailuur. Een drupje limoen en spuitwater, graag. Hoe werkte de samenleving in vredesnaam als zo’n groot deel van de wereld aangeschoten en loslippig was? Je wist nooit goed welke kant de middag op zou waaien. Maar hij heeft in zijn rechtszaal aan het eind van de dag een paar geweldige optredens gezien, advocaten die de bloemrijkste uitdrukkingen konden produceren wanneer ze met gin getoniseerd waren. Dan stonden ze in de rechtszaal op, pak en das ietwat verfomfaaid, ook met een dikke tong, maar toch in staat er volzinnen tegen veroordeling uit te gooien. Dan Barry, de beste van allemaal. En Dwyer. En Cohen. En Dowd. Stuk voor stuk advocatenadvocaten. ’s Morgens waren ze op zijn scherpst. Hun argumenten konden door staal snijden. Tegen twaalven werd de wereld ongedurig.
Men zei dat laat in de middag de slechtste tijd was om een zaak af te ronden, dan waren de rechters korzelig en wilden ze naar huis. Het begin van de week was nog erger, dan koesterden ze zich nog niet in het vooruitzicht op een weekend soelaas. Maar hij kreeg juist energie van de zekerheid dat hij weg kon van de geweerlopen, de knipmessen, de scheermessen, de hakmessen, de eindeloze parade van knuppels en gebroken flessen. Al die ellende. Het was alsof de dag opeens kerkklokken had, die rond halfvijf weer luidden als hij in de raadkamer zat, verdiept in bewijsmateriaal, het schrijven van een vonnis of het aftekenen van de eindeloze administratie, die op zich ook een vorm van zinloos geweld was. Word wakker, word wakker, de dag is bijna om. Geen verkrachters meer. Geen zwendelaars. Geen pyromanen. Geen winkeldieven. Geen stalkers. Geen analfabete agenten. Het was net zijn eigen verlaat-de-gevangenis-zonder-betalenkaartje.
De zon ging onder, maar het licht kwam op. Hij bleef nooit voor de loltapperij na het werk als de anderen naar de kroegen van Brooklyn verdwenen, P.J. Hanley’s, de Inn, Buzzy’s tent aan het water. Hij liep bij de partijgangers wat schade op vanwege zijn verhuizing naar de Upper East Side, maar dat vond hij niet zo erg, het was niet verplicht om in Brooklyn te wonen. Hij ging naar huis, naar Eileen, reed de brug over, voor hem geen metro. Hij parkeerde de auto in de garage achter Park Avenue. Zij stond dan in de keuken op hem te wachten, in haar schort, klopte haar handen af voor ze hem kuste. Hij schonk zich een stevige whisky in en liep meteen door naar de diepe leren fauteuil. Wat gek om twee zo verschillende levens te leiden. Hij dommelde weg in de stoel en werd wakker als Eileen aankwam met een beker warme melk, zijn slaapmokje.

Dertien manieren van kijken

Boekgegevens

Colum McCann, Dertien manieren van kijken, vertaling: Frans van der Wiel, Uitgeverij De Harmonie, 272 pagina’s, ISBN 978 90 761 7484 6 (€ 18,90)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie juni 2016

Berichten gemaakt 5312

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven