Boekfragment: De zee, de zee alleen

De zee, de zee alleen is een sprankelende roman over het leven van de Noorse kunstenares Betzy Akersloot-Berg, die in de negentiende eeuw in haar eentje jarenlang langs de Europese kusten zwerft om de zee te schilderen voordat ze zich uiteindelijk vestigt op Vlieland.

‘Wat loop je toch snel!’
Betzy keek opzij. ‘Zo loop ik altijd.’
‘Dat bedoel ik,’ zei Caroline die haar rokken opnam om over een plas te stappen. ‘Ik kon je op de heenweg al niet bijhouden en nu helemaal niet meer.’
Betzy regehield haar pas in. ‘Trek dan ook andere schoenen aan als we boodschappen moeten doen.’
‘Van die klompen zoals jij aanhebt, zeker?’
‘Waarom niet?’ Ze keek naar haar platte rijglaarzen. ‘Daar kun je namelijk op lópen. We moesten de halve stad door.’
‘Ik ben daar gek.’ Caroline trippelde door een plas die te groot was om overheen te stappen en bleef staan om haar linnen schoentjes te inspecteren. ‘Kijk toch, die krijg ik nooit meer schoon.’
‘Schiet nou eens op.’ Betzy gebaarde naar haar mand. ‘Mor heeft dit nodig voor het middageten. En zie je die donkere lucht? Er komt weer een bui aan.’ Ze had het nog niet gezegd of de regen gutste neer. Met een kreet schoot Caroline onder de overkapping van een stalhouderij. Betzy volgde en samen drukten ze zich, tussen de zadels en de hoofdstellen, tegen de muur om een uitrijdend tweespan met een berline te laten passeren. […]

Betzy zette haar mand neer en keek naar de regen en het water dat de passerende rijtuigen opwierpen. Regen in de stad was anders dan regen op het land, dat had ze al een paar keer opgemerkt. Op Overud friste alles op van een bui. Er parelden kleurige druppels aan elke tak of spriet, de berken en sparren roken sterker dan daarvoor en boven de heuvels trokken wazige sluiers op. In de stad regende het stof weg, maar het stadsvuil en de paardenvijgen verstopten de goten tot de straten blank stonden. 
Een paar maanden geleden waren ze verhuisd naar Christiania. Far had het landgoed en de houtvesterij bij de Zweedse grens verkocht en werk gevonden in de hoofdstad. Ze miste Overud meer dan ze voor mogelijk had gehouden, maar nu kon ze eindelijk teken- en schilderles nemen. Ze was twintig. Het werd tijd om haar leven richting te geven.
De regen hield lang aan, in stralen kletterde hij neer. Steeds meer mensen zochten hun heil onder de overkapping, veel van hen mager en hologig. Ook armoede was hier anders, ontdekte ze. Op het land zag je weleens zwervers of broodmagere boerenkinderen. Als je afging op vodderige kleren en schoenen met gaten leek hier bijna iedereen behoeftig. […] Ze duwde de onvrede die haar besloop weg en concentreerde zich op de lucht en op een torenklok. ‘Het klaart op. Zullen we gaan? Ik moet daar nog een boodschap doen.’ Ze wees naar een zijstraat aan de overkant.
‘Wat voor boodschap? Die weg gaat naar de haven.’
‘Weet ik. Maar daar is ook een papierwinkel. Ik heb potloden nodig.’
‘Pff… potloden. Moet ik daarvoor omlopen? Ik heb nu al blaren.’
Betzy beet op haar lip om niet te zeggen dat dat door haar schoenen kwam.‘Weet je wat? Als jij de mand meeneemt, doe ik die boodschap alleen.’
‘Mor heeft gezegd dat we bij elkaar moeten blijven.’
‘We zijn bijna thuis. Je weet de weg toch? Ik kom zo.’ […] Betzy stak schuin de straat over en sprong over de goot naar de stoep waar ze omhoog keek om de laatste regendruppels en de frisse wind op haar gezicht te voelen. Neuriënd zette ze er de pas in. Het woord ‘haven’ had haar op een idee gebracht.

Tineke Hendriks, De zee, de zee alleen. Roman over het leven van Betzy Akersloot-Berg, Uitgeverij Orlando, 288 pagina's (€ 23,99)

Dit fragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie januari 2022.
Benieuwd geworden? Bestel dit boek bij uw lokale Boekenkrant-boekhandel. Kijk hier voor een overzicht.

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven