Boekfragment: De Eindeling

Wanneer Byx’ roedel wordt uitgemoord, moet de enige overlevende Dariene haar huis verlaten. Zij vindt dan een geheim dat elk schepsel in haar wereld bedreigt. Zij is de eindeling.

eindeling
zelfstandig naamwoord ~ ein de ling ~ \`ein-deling\
1. het laatst levende exemplaar van een soort of soms een ondersoort.
2. de officiële publieke ceremonie waarbij een soort uitgestorven wordt verklaard; een eumonie.
3. (informeel) iemand die op een tot mislukken gedoemde of idealistische zoektocht gaat.
– Keizerlijke Lexica Officio van Nedarra, derde editie

De verraderlijke bries draaide, en toen rook ik het. Een geur zo zwaar en akelig dat hij als lava door mijn keel kroop. Ik wist het voordat ik het doorhad. ‘Nee,’ fluisterde ik. Alles was stil, behalve Tobbel, die ver achter me liep maar dapper probeerde me in te halen. Ik zag een heuvel die ik herkende aan de enorme, eenzame den die er bovenop stond. Het kamp lag net aan de andere kant. Hijgend en happend naar lucht beklom ik de heuvel. Op de top, waar de grondmassa het geluid niet langer dempte, was de stilte verdwenen. Ik hoorde het. Gegil en gebrul. Een doodsstrijd. Pijn die niet in woorden uit te drukken is. Doodsangst en wanhoop. Ik zette het op een lopen.
Het duurde een eeuwigheid. En toch kwam het te snel, dat moment waarop ik het zeker wist. Terwijl ik tussen de bomen door denderde, zag ik de mensen in zilver en rood met hun pijlen en slagzwaarden, hun kwijlende honden en hijgende paarden. Ze waren chaos. Ze waren bloed. Ze waren duisternis. Niet stropers. Deze mannen waren iets anders. Ze droegen geen ratjetoe aan kleding. Hun wapens waren geen samengeraapt zootje. Ze droegen allemaal hetzelfde rood met zilveren tuniek, en hun armen waren bedekt met maliën. Hun hoofd werd beschermd door een kegelvormige stalen helm met een nauwe spleet voor hun ogen. Sporen blonken aan hun laarzen. Sommige mannen hadden zwaarden, andere speren. Dit waren geen stropers. Dit waren soldaten van de Murdano. De miraberenkorf, negen meter hoog en twee keer zo lang, was goudkleurig en nat van de regen. Binnenin woedde brand. Uit alle openingen wolkte zwarte rook.
Een van de soldaten sprong van zijn paard en porde met zijn speer in een berg bont. Het was Dalintor, de oudste van onze roedel. Al had hij een witte snuit, hij had verstand van mensen. Maar niet genoeg. En toen zag ik ze. Allemaal. Mijn vader. Mijn moeder. Mijn broers en zussen. Als afgedankte huiden lagen ze op de grond. Er vloeide bloed, wit en parelachtig, dat de bladeren doordrenkte. Ogen glazig en open, mond open. Verscheurd. Neergestoken. Ze lagen in een hoopje op de grond, alsof het te laat was geweest om zich uit de voeten te maken. Mijn ouders lagen bovenop, beschermend als altijd.

Boekgegevens

Katherine Applegate, De Eindeling. Opgejaagd, vertaler: Hanneke van Soest, Uitgeverij BILLY BONES, 400 pagina’s (€ 19,99)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant editie 4 maart 2019.

Berichten gemaakt 867

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven