BOEKFRAGMENT – Blinde wereld

Vandaag vervloek ik de Noorse broeders

Volgens mam ga ik mank aan twee zijden, sinds ik de Gemeente van de Noorse broeders heb verlaten. Niet lichamelijk. Ze bedoelt: ik zoek zonde en God tegelijk. Geestelijk. Het zijn ook twee regels van een lied uit het blauwe liederenboekje dat de broeders gebruiken tijdens hun samenkomsten. Maar ik weet dat ik de zonde niet zoek, nog niet, daar ben ik veel te schijterig voor. En God…?
Ik zou het haar wel willen uitleggen. Ten eerste dat als ik aan God denk, ik automatisch aan Else-Marthe denk. Haar geelbleke gezicht. Niet schijnbaar slapend. Nee. Duidelijk verlaten. Levenloos. Het gebloemde sjaaltje om haar hals. Ik zou mam willen vertellen dat dan de kleuren verdwijnen, dat mijn borstkas zich vult met glassplinters. Dat ik niet wil geloven in een hel waar zelfmoordenaars voor eeuwig spijt hebben van hun daad. Dat ik dan ook geen zin meer heb in een hemel waar de betere mensen voor eeuwig glimlachen. En ten tweede zou ik willen zeggen dat niet ik, maar juist zij aan één zijde mank gaat omdat ze God elke minuut van haar leven zoekt. Dat als de Gemeente van de Noorse broeders meedeed aan de religieuze Olympische Spelen, zij dan voor haar lijden, strijden en geestelijk hordelopen op alle afstanden de gouden medaille won. Maar je kunt mam beter gelijk geven. Dat scheelt je minstens een uur.

Ze kwam op de fiets door de motregen met haar hoofddoek vastgeknoopt onder haar kin. Haar donzige wangen waren vochtig en ze hijgde licht. Uit haar fietstas haalde ze een doos eieren, een halve cake verpakt in een witte pedaalemmerzak en een weckpot met grauwgroene bonen.
‘Zo kind,’ zei ze, ‘wat kan ik voor je doen?’
Als bruid van Jezus ga je niet om met een afvallige. Ook niet als het je eigen kind is. Daarom drinkt ze met mij geen koffie, maar helpt met afstoffen. Dat mag wel: de huishouding doen. Ook bij een verlorene, die sinds vijf maanden op zichzelf woont.
Terwijl ze de stofdoek langs mijn brandschone vensterbank haalt, het randje boven de gaskachel poetst, volbrengt ze haar goddelijke taak: het verdwaalde schaap teruglokken in de Gemeente, het tegenstribbelende dier meesleuren naar de kring van liefdevolle broeders en zusters, het terugduwen in de lange warme armen van Jezus.
Ze praat. Ik staar naar haar handen, naar de dikke blauwe kabels onder de ouder wordende huid waar uitverkoren bloed doorheen stroomt dat niet zoals blauw bloed erfelijk blijkt te zijn. Halleluja! En ik vraag me af waarom ik ze niet mis, die zorgende handen vol vlekken, de broeder- en zusterkring van mijn jeugd, en of dat wel normaal is? Of ik wel normaal ben?
Ellen Heijmerikx, Blinde wereld, Uitgeverij Nieuw Amsterdam, ISBN 978 90 468 0796 5 (€ 16,50)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven