De jaarlijkse hybridententoonstelling is een van de vijf genomineerde verhalen van de Boekenkrant-schrijfwedstrijd 2022. Dit komische en originele verhaal van Rosanne van den Heuvel heeft ons hardop doen lachen. Vooral de combinatie tussen de absurde situatie – een tentoonstelling voor hybride dieren – en de erg herkenbare menselijke emoties als jaloezie die bij zo’n competitie komen kijken, maken dit verhaal een plezier om te lezen.
De jaarlijkse hybridententoonstelling
Gilbert liet zijn blik over het veld gaan. De ring was ook dit jaar van een mooi formaat. Het grasveld was perfect gemaaid en veel groener dan dat van de buurtbewoners. Bloempotten met paarse bloemen erin zorgden voor een fleurig geheel. De tribune was nu nog leeg maar dat zou over een half uur wel anders zijn. Alles was gereed voor de jaarlijkse hybridententoonstelling. De organisatie had zoals altijd ieder detail tot in de puntjes uitgewerkt. Een aantal deelnemers was al gearriveerd met hun hybride honden waaronder Ad en zijn condvia; half cavia, half hond. Ze kwamen van buiten de gemeenschap. Iedereen wist dat zij daarom geen schijn van kans maakten om te winnen.
Gilberts oog viel op een blonde vrouw. Het was Destiny, het walgelijke mens van de buren. Ze stond daar weer, stralend, zoals ieder jaar op deze dag. De zon deed haar blonde haren glinsteren. Ze lachte haar spierwitte, kaarsrechte tanden bloot. Haar blauwe ogen schitterden. Gevoelens van walging, afgunst en jaloezie gierden door zijn lijf. Het was haar verdomme weer gelukt. De moed zonk hem in de schoenen. Destiny hield met haar perfecte handen en perfect gemanicuurde roze nagels het hoofd van haar perfecte hybride schepsel vast. Het beest was onberispelijk wit, de vacht glansde zo intens dat je er bijna je eigen spiegelbeeld in kon zien. De lange blonde krullende manen hadden een gouden gloed en vielen prachtig over het schepsels hoofd en nek. Met schattige puppyhonden ogen keek het beest de wereld in. Af en toe verzette het een stap met zijn glinsterende blauw gelakte hoeven. Het leek bijna niet eens meer op een hond. Even zag hij zichzelf, schuimbekkend en volledig buiten zinnen, Destiny wurgen met de diamant ingelegde halsband van haar hybride. Wat een genoegdoening zou hem dat geven. Zijn gedachten werden doorbroken doordat Destiny liefkozend iets tegen haar beest fluisterde.
‘Brave Hestana,’ en ze aaide het beest over zijn lange manen. Hij onderdrukte een kokhalsneiging en keek naar zijn Brutus, die naast hem als een zoutzak op de grond lag. Het kwijl liep uit zijn bek. Het grijze overtollige vel op zijn gezicht zorgde ervoor dat je zijn ogen niet kon zien. Gilbert schudde geërgerd zijn hoofd, sloot zijn ogen en slikte zijn tranen weg. Meerdere malen had hij overwogen Brutus af te danken; aan een paal in het bos te binden en achter te laten, geheugenverlies te veinzen en ‘dit beest is niet van mij’ te beweren na weer een verloren wedstrijd, op vakantie ‘kwijt te raken’, of uit te schieten met rattengif boven zijn drinkbak. Toch hield hij ieder jaar weer opnieuw hoop.
Maar dit jaar werd het hem maar al te duidelijk, Brutus voldeed gewoon niet. Sterker nog, Brutus was volkomen waardeloos. Hij had nog maar een paar uur de tijd om zijn hybride voor te geleiden aan de keurmeesters, maar ook dit jaar leek Brutus volkomen ongemotiveerd. Geen enkel dier wekte zijn interesse.
De wedstrijd was nog niet eens begonnen, maar de strijd leek al beslist. Als aasgieren cirkelden de keurmeesters om Destiny en Hestana heen. Vol verwondering keken ze naar Hestana en gluurden ze zo onopvallend mogelijk naar Destiny.
‘Mevrouw, welke combinatie presenteert u dit jaar aan de jury?’
‘Wat leuk dat u dat vraagt,’ zei Destiny stralend. ‘Mijn Hestana is een haard, want elke haard is goud waard,’ giechelde ze. Gilbert draaide met zijn ogen.
‘Hestana heeft dit jaar de prachtige witte volbloed Arabier Kasjmier, dochter van de kampioen dekhengst United, uitgekozen om mee te hybridiseren. Dus echt alle lof voor Hestana en haar goede smaak.’ Ze haalde een hand door haar haren en haar gezicht glom van trots.
‘Heey Gilbert!’ hoorde hij een vrouwenstem roepen. Hij draaide zich om. Het was Annie van drie straten verder met haar hybride, duidelijk een kruising tussen een hond en een bever. Hoe in vredesnaam was dat haar gelukt? Hij moest snel de benen nemen. Als ze eenmaal begon te praten kwam je niet meer van haar af. Hij forceerde een lach op zijn gezicht en zwaaide gekunsteld terug.
‘Snel, meekomen Brutus,’ siste hij. Geen reactie. Annie kwam steeds dichterbij. ‘Brutus!’ siste hij iets harder. ‘Schiet op!’ Hij gaf een ruk aan de riem. Brutus tilde vermoeid zijn hoofd op, keek hem aan en stond toen in een slakkentempo op. ‘Mee komen, nu!’
‘Gilbert, jij ook hier, wat leuk dat je ook dit jaar…’ Hij draaide zich zonder iets te zeggen om en liep weg. Brutus sjokte achter hem aan. Hij zou zichzelf dit jaar de afgang bewaren en zich thuis opsluiten totdat deze vervloekte dag weer voorbij zou zijn.
Ze liepen het veld af, het onverharde pad op naast een rietveld. Plotseling trok Brutus zacht aan de riem. Hij keek Brutus verbaasd aan voor deze kleine opleving. Hij haalde zijn schouders op een bleef doorlopen. Nog een ruk aan de riem.
‘Wat is er Brutus?’ Hij stond stil en keek Brutus aan. De ademhaling van Brutus klonk sneller dan normaal en zijn ogen waren nu onder de vellen goed zichtbaar. Zag hij dit nu goed? Was dit opwinding?
‘Kom mee Brutus.’ Hij trok aan de riem. Brutus ging zitten.
‘Moet je poepen?’ Hij zuchtte vermoeid en klikte de riem los. Het beest moest natuurlijk poepen, het hoogtepunt van zijn dag.
Wat er toen gebeurde, ging allemaal erg snel. Enkele seconden na het losklikken van de riem, snelde Brutus er vandoor. Zijn vellen vlogen op en neer. Met open mond keek hij Brutus na. De hond schoot het rietveld in en verdween. Hij vloekte inwendig.‘Brutus, HIER!’ schreeuwde hij. Hij liet zijn blik over het veld gaan, geen spoor van Brutus. Hij zuchtte. Even passeerde de gedachte dat dit het perfecte moment was om de hond te lozen. Hij zou gewoon doorlopen en wie weet vond de hond hem nooit meer terug. Toen kwam Brutus opeens met luid kabaal uit het riet tevoorschijn. Zijn lijf begon te schokken. O god, het beest werd niet goed, of nee, dat zal toch niet? Jawel, Brutus had gehybridiseerd en de transformatie had zich zojuist ingezet. Vol opwinding keek Gilbert met open mond toe. Misschien had Brutus een schattig konijn gekozen of desnoods een muis.
Zijn hart begon sneller te kloppen van opwinding. Schokkend veranderde het lichaam van Brutus. Zijn vacht kleurde huidskleurig en maakte toen plaats voor een gladde slijmerige huid. Verbijstering en walging zorgden dat Gilbert aan de grond genageld stond. Brutus, of wat er van hem over was, rende met zijn slijmerige massa luid hijgend op hem af. Het beest trok zijn benen in en vloog over zijn slijmerige buik zo het onverharde pad op, rakelings langs de benen van Gilbert heen. Daarna begon hij wild te rollen in zijn eigen gecreëerde plas met slijm. Brutus blafte hard en kwispelde als nooit tevoren zijn slijmerige staart heen en weer. De mond van Gilbert viel open. Klodders slijm vlogen in zijn gezicht. Hij kon nog net op tijd zijn mond sluiten.
Hij voelde hoe hij van binnen begon te koken. Zijn vuisten balden zich, het bloed steeg naar zijn gezicht. Een ader in zijn nek begon hard te kloppen. ‘Ben je helemaal gek geworden Brutus!’ schreeuwde hij. ‘Van alle dieren die je had kunnen kiezen, kies je verdomme een naaktslak! Een gore naaktslak!’ Hij rende naar Brutus toe en greep richting de halsband om de riem eraan te klikken. Te laat, Brutus vloog ervandoor. ‘BRUTUS MEEKOMEN, EN WEL NU!’ schreeuwde hij. Rook kwam bijna uit zijn oren. Met hernieuwde levenslust sprintte Brutus over het onverharde pad naar het veld van de jaarlijkse hybridententoonstelling. De angst sloeg Gilbert om het hart. ‘NEEEEEEEE, HIER!’ Godver, de godver, de godver.’ Hij rende Brutus zo hard als hij kon achterna.
Er was niets meer wat hij kon doen. Voor zijn ogen zag hij hoe Brutus de volledige ring van slakkenslijm voorzag. Hij rende langs alle deelnemers en schudde enthousiast met zijn lijf en blafte luid. Binnen enkele seconden was het tot in de puntjes georganiseerde evenement veranderd in een chaos. Het slakkenslijm vloog iedereen rond de oren. Mensen probeerden zich te verbergen en hun hybriden af te schermen met jassen. Er werd geschreeuwd, gegild en gevloekt. De hybriden werden onrustig en rukten hun riemen uit de handen van hun baasjes. Bloempotten vlogen om en de paarse bloemen bleven aan het slijm van Brutus plakken. Destiny keek vol walging naar Brutus. Een klodder slijm schoot tegen haar voorhoofd. Ze zocht dekking achter een tuinstoel. Vanuit haar schuilplaats keek ze ontzet naar Hestana. Ze wendde haar gezicht af toen ze Hestana, midden in de ring met haar onberispelijke witte vacht, vol passie door het slakkenslijm zag rollen. Een vreemde sensatie maakte zich van hem meester. Het kwam vanuit zijn tenen en vond zich een weg omhoog naar zijn mond. Voor hij er erg in had schaterde hij het uit van het lachen. De tranen liepen over zijn wangen. Zijn lijf schudde en hij greep naar zijn buik. Het was dat zekere moment waarop Gilbert besefte dat meedoen belangrijker was dan winnen.