Voor de bouw van de meeste kathedralen was tenminste een mensenleven nodig. Zo was Utrecht de hele veertiende eeuw bezig met de bouw van de Dom. Ook ‘s-Hertogenbosch had ruim 100 jaar nodig voor de Sint-Janskathedraal. In Chartres werd de kathedraal snel, dat wil zeggen in bijna dertig jaar tijd, gebouwd. Maar de lange duur ligt niet alleen aan oude middelen of beperkt materiaal: de Sagrada Familia in Barcelona, sinds 1882 in aanbouw, kan met de modernste middelen worden opgericht. Toch duurt de bouw al bijna 130 jaar. En het record? Keulen bouwde liefst 632 jaar aan haar Domkerk.
Geld was een van de belangrijkste redenen van de lange duur. De rekening van een kathedraal was immens. Belastingen aan dorps- of stadsbewoners, vrijwillige donaties, bijdragen van bisschoppen, Paus en stadsbestuur: in stapjes kon men bouwmaterialen kopen en werklieden inhuren. Ook aflaten waren een geliefd middel om geld in te zamelen: zondige mensen betaalden de kerk om hun schulden ‘af te kopen’ en, alsnog, de hemel in te kunnen. De Dom in Utrecht en de Sint-Janskathedraal in ‘s-Hertogenbosch zijn op die manier gefinancierd.
In Financing Cathedral building in the Middle Ages bestudeert schrijver Wim Vroom de geldstromen tot in detail. In het eerste deel presenteert hij zijn algemene bevindingen, in het tweede deel past hij zijn kennis toe op de bouw van de Utrechtse Domkerk. Het boek is Engelstalig en erg grondig, maar nu weet u wél hoe de kathedralen op uw vakantiefoto’s er gekomen zijn!
Wim Vroom, Financing Cathedral building in the Middle Ages, Amsterdam University Press, ISBN 978 90 896 4035 2 (€ 79,50)