Boris Dittrich, de voormalig partijleider van D66, die in 2006 de politieke arena verliet om voor Human Rights Watch in New York te gaan werken, treedt met zijn thrillerdebuut Moord en brand weer volop in de publiciteit. Het toeval wil dat Dittrich bij dezelfde uitgeverij zit als een van zijn illustere voorgangers, Jan Terlouw. En die Terlouw brengt in dezelfde week ook nog eens zijn nieuwe boek uit in de serie die hij samen met zijn dochter Sanne schrijft.
Moord en brand gaat over de moord op een prominent Kamerlid en de paniek die er daardoor uitbreekt in de politiek. Kamerleden roepen om actie, de minister eist resultaten van de recherche en zelfs de AIVD, de binnenlandse veiligheidsdienst, gaat zich ermee bemoeien als er een tweede Kamerlid slachtoffer wordt van een moordaanslag. Langzaam wordt duidelijk wie de dader is, maar de politie heeft niet het begin van rechtmatig bewijs. Door de commotie schiet de ster van een populistische ex-minister de hoogte in. Zijn macht dreigt zo groot te worden dat zelfs de koning – Willem-Alexander is in het boek al koning en Maxima koningin – zich zorgen gaat maken en zich er achter de schermen mee begint te bemoeien.
Moord en brand is een goed geschreven boek waarin de politieke mores op de korrel worden genomen. De opkomst van het populisme, de samenwerking – of beter het gebrek aan samenwerking – van de veiligheidsdienst met de politie, de bedreigingen en de paniek in de politiek, Dittrich kent het uit de eerste hand en schrijft het boeiend op. Het kronkelige plot blijft geloofwaardig en de karakters zijn verrassend zodat Moord en brand leuk blijft tot de spetterende finale.
Boris O. Dittrich, Moord en brand, Uitgeverij Nieuw Amsterdam, ISBN 978 90 468 0946 4 (€ 19,95)