BESPREKING – Een meer dan grootse prestatie

Dichters met een groot oeuvre, zoals Paul van Ostaijen, Martinus Nijhoff en J.C. Bloem, schreven nog minder gedichten dan Simon Vestdijk, die toch vooral romancier en essayist was. Vestdijks gedichten kwamen in vlagen, korte periodes waarin hij honderden gedichten schreef. Vervolgens presenteerde hij een selectie daarvan in een aantal dichtbundels.
Een snik tot glimlach omgebogen is een (klein) overzicht van de poëzie van Simon Vestdijk, door criticus Kees Fens een ‘hooggebergte’ genoemd. Hoewel Vestdijks taalgebruik intussen wat archaïsch aandoet (“Droombeeld in uw donk’re nis, met wat scheem’ring langs uw slapen”) zijn de gedichten nog altijd levendig. Met de blik achteraf blijkt de poëzie extra op te vallen omdat die, in tegenstelling tot de meeste tijdgenoten van Vestdijk, niet of nauwelijks gekunsteld overkomt: de gedichten kennen (vrijwel) geen stoplappen, vrijwel geen door rijmschema’s geforceerd taalgebruik of verplaatste zinsdelen omwille van het metrum. Vestdijk moet weliswaar dichters als Nijhoff voor zich dulden. Nijhoffs poëzie, zeker de bekende werken en de epische gedichten, staat in vuur en vlam, zelfs na zoveel decennia. Dat kan van Vestdijks werk niet gezegd worden. Technisch kloppen Vestdijks gedichten, en de beschouwingen en ideeën die aan de orde komen, zijn indrukwekkend, maar het blijft wat braaf. Voor de romancier die Vestdijk primair was, is zijn poëtisch werk echter een meer dan grootse prestatie.
Vestdijk begon als een ietwat luchtige, anekdotische dichter met een parlando taalgebruik, en werd steeds meer een lyrische, beschouwende en bespiegelende dichter in zijn latere werk. In Een snik tot glimlach omgebogen is de selectie aan gedichten overigens niet chronologisch geordend, maar naar de smaak van samensteller, dichter T(om) van Deel, georganiseerd.

De meester

‘k Ging bij hem schaken. En hij won niet éen,
Maar vijftig keer om mij het spel te leeren;
Tot op dien dag, – met eerste winst alleen,

Zijn kamer hol en dreigend om mij heen, –
’t Verdriet aanving, omdat ‘k hem niet meer vereeren
Kon, naar de meesterhand niet opzien meer en

Niet meer bang zijn, als hij de ivoren bent
Aan zwaarschuivende doos ontnam, – verboden
Inbreuk leek ’t mij eerst, op hen die als dooden
Half godheid zijn en half beenornament.

En daarna, bij elk spel, en ongeweten,
Smeekte mijn jeugd aan ’t toeval hunner woning
Voor hem, die nog mijn hechte meester heette,
Den heiligen, den onneembaren koning.

Simon Vestdijk, Een snik tot glimlach omgebogen (samenstelling T. van Deel), Uitgeverij Van Oorschot, ISBN 978 90 282 4164 0 (€ 12,50)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven