Een goede thriller is zo makkelijk nog niet

‘Een thriller moet het – anders dan een echte roman – hebben van conventies,’ verklaart schrijver en columnist Bas Heijne in de inleiding op Stervensuur. ‘De lezer wil, paradoxaal genoeg, verrast worden volgens een beproefd recept.’ Het is de vraag of de acht deelnemende auteurs erin geslaagd zijn aan die conventies te voldoen.

De Vlaamse Saskia de Coster (Vrije val, Dit is van mij) bouwt de suspense in haar verhaal ‘Ik wil u nog eens zien’ opzichtig op door een Japanse zakenman mysterieuze briefjes onder de deur te laten schuiven van de schurkentweeling (of is het toch de fantasie van een van de twee zusjes?) die hem bestolen heeft. De briefjes worden steeds dreigender van toon, en het verhaal wordt de pageturner die een thriller graag wil zijn. In de ontknoping duikt echter toch weer de literaire verwarring en ontregeling op, waardoor die zorgvuldig opgebouwde spanning smelt als een ijskap in de brandende zon.

[quote]Stervensuur bewijst dat het, zelfs voor erkende literaire schrijvers, nog helemaal zo makkelijk niet is om een goede thriller te schrijven.[/quote]

[dropcap]Samen met het verhaal van De Coster is de bijdrage van Christiaan Weijts (Art. 285b, Via Cappello 23, De etaleur) de meest geslaagde. In ‘Skimmen’ raakt kunstconservator Anton Werkers door een bizar toeval betrokken bij een bende skimmers. Weijts bedient zich het minst van de acht schrijvers van de literaire opsmuk rondom het plot. Het verhaal behoudt daardoor vaart en voert linea recta naar de ontknoping, die door de snelheid van het verhaal toch nog onverwacht komt.[/dropcap]
[dropcap]Die literaire opsmuk is hetgeen de spanning in de meeste verhalen in Stervensuur de das om doet. In ‘Met vreemde mannen mee’ van Wanda Reisel (Witte liefde, Die zomer), het langste verhaal in de bundel, is de uiteindelijke climax niet meer dan een voetnoot. Wanneer in het verhaal ‘De wind uit het noorden’ van Herman Koch (Het diner) politieagent Hugo verslag doet van een opzettelijke aanrijding van zijn collega, is zijn commentaar op het type auto wel erg storend. De bijdragen van Manon Uphoff en Marcel Möring bevatten überhaupt weinig tot geen spanning, hoewel prachtig gestileerd.[/dropcap]

Stervensuur bewijst dat het, zelfs voor erkende literaire schrijvers, nog helemaal zo makkelijk niet is om een goede thriller te schrijven. Wat overblijft is een bundel met acht behoorlijke leeswaardige verhalen, die zonder het etiketje ’thriller’ prima overeind blijven.

Boekgegevens

Div. auteurs, Stervensuur, Uitgeverij Ambo Anthos, ISBN 978 90 414 1587 5 (€ 7,50)

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven