De laatste dagen van de legendarische wielrenner Marco Pantani (1970 – 2004) waren zeker niet de mooiste van zijn leven. Il Pirata, oftewel De Piraat, won in 1998 zowel de Giro d’Italia als de Tour de France. Een jaar daarop begon zijn val. Bij een dopingtest tijdens de Giro werd hij positief bevonden. Met de eindzege zo goed als op zak moest hij de race verlaten. In 2003, na de Giro, werd Pantani met een depressie opgenomen in een psychiatrische instelling. In 2004, op Valentijnsdag, ligt de legendarische wielrenner dood in een hotelkamer in Rimini. Naast hem antidepressiva, kalmeringsmiddelen en cocaïne. Was het zelfmoord? Een ongeluk? Philippe Brunel, journalist en vriend van Pantani, onderzocht de hypothesen in zijn boek Leven en dood van Marco Pantani. En dit boek was de basis voor de strip van Marco Rizzo en Lelio Bonaccorso: Marco Pantani: de laatste dagen van De Piraat. Het album is sepia getekend. Sober. Filmisch. Met Il Pirata als antiheld. Enkele bladzijden na het openingsshot springt de kalender vooruit naar 14 februari 2004. Pantani’s lichaam is gevonden. De reconstructie en speculatie kan beginnen.
Rizo & Bonaccorso, Marco Pantani: de laatste dagen van De Piraat, Uitgeverij Silvester, IS BN 978 90 5885 678 4
(€ 19,95)