‘Bajestijd’ leest als een spannende film. Authentieke en soms humoristische anekdotes vol beroving, afpersing en oplichting verbeelden het leven van de New Yorkse onderwereld, bevolkt door Jimmy the Jeweler, Sneaker Pete, Barry the Brokester, Tony the Twitch, Benny the Bug, Tony Pork Chop, Philly Fanculo en, natuurlijk, Lou Ferrante.
Lou Ferrante kiest als jongen al voor de weg van geweld. Hij kraakt parkeermeters en berooft vrachtwagenchauffeurs – soms met hun toestemming. Ook is hij gul en behulpzaam, want slecht is niemand. In zijn aderen stroomt Italiaans bloed en alleen Italianen mogen lid worden van de maffia. Het is een door hen zelf geromantiseerd leven met erecodes die nauwelijks eervol zijn. In een gestolen auto stilhouden om een straatdief te grijpen die een vrouwtje berooft. Oplichters afpersen en afpersers oplichten. Bovenal: zwijgen tegen de politie en proberen de FBI voor te blijven in een uiteindelijk ongelijke strijd. Lou Ferrante eindigt in een zwaar beveiligde gevangenis, waar het harde bestaan achter tralies zonder enige glamour verdergaat. Het maffialeven wordt ook daar weer met zijn rituelen opgepakt, maar het leven is er onzeker. Douchen zonder mes is zelfmoord, net zoals slapen zonder schoenen. Beetje bij beetje maar zonder een moment zwak te worden, verliest Lou Ferrante zijn gewelddadige aard. Hij ontdekt een nieuwe vrijheid: die van het lezen en het schrijven. ‘Ik stuurde het laatste hoofdstuk van mijn roman naar huis. Ik omhelsde wat vrienden ten afscheid. Ik kreeg handboeien, voetijzers en een ketting om mijn middel, ‘een driedelig pak’, en verliet Otisville.’