In het archief bevinden zich onder meer een typoscript, voorzien van aantekeningen, van de roman Over de bergen (1990), en handgeschreven manuscripten van zijn vroege dichtbundels, waaronder Maagdenburgse halve bollen en andere gedichten (1968), Tutti-Frutti (1972) en Fabeldieren (1979). Ook zijn briefwisseling met Hans Warren en Kees van Kooten, en documenten uit de tijd dat Komrij leiding gaf over de internationale erotische uitgeverij Olympia Press, zijn onderdeel van het archief.
Aard Meinderts, directeur van het Letterkundig Museum, gaf aan dat Komrij deze beslissing nam om, letterlijk én in zijn hoofd, ruimte te scheppen, in plaats van te wachten op de dood. ‘Het gaat om 15 dozen, en hij mailde me net dat hij er met gemengde gevoelens afstand van heeft gedaan. Gevoelens van weemoed en van opluchting. We zijn er ontzettend blij mee, dat begrijp je.’
Op 18 september vindt de overdracht officieel plaats. Snel daarna zal een deel van het archief worden tentoongesteld.
Bron: NRC Boeken.