Achtervolgd door een olympische deelname

Doen namen als Rie Mastenbroek of Tinus Osendarp een belletje rinkelen? Auke Kok onderzoekt in 1936. Wij gingen naar Berlijn waarom de prestaties van deze olympische sporters uit ons collectieve sportgeheugen zijn gewist.

In de jaren zestig komt zwemster Rie Mastenbroek, goed voor één zilveren en drie gouden medailles in Berlijn, Fanny Blankers-Koen tegen op de Albert Cuypmarkt. ‘”He Fanny!” ging Ria’s luide stem langs de kraampjes op de Albert Cuyp. Blankers-Koen draaide zich half om, zag wie er op haar afkwam en liep snel door.’ Otto, de zoon van Rie, staat de reactie van zijn moeder op deze ontmoeting nog helder voor ogen; de stoom kwam uit haar oren. ‘Ze loopt gewoon door, alsof ik lucht ben. Geloof je dat nou? Haar geven ze een fiets, en wat geven ze mij? Niets!’, aldus een briesende Mastenbroek.

Deze anekdote maakt het kernpunt dat Auke Kok in zijn boek 1936 uiteenzet duidelijk: sport en politiek zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Tachtig jaar na de Spelen in Berlijn is deze kwestie nog altijd actueel. Voorafgaand aan de Spelen in Beijing (2008) en Sotsji (2014) laaiden er discussies op over mensenrechten in de desbetreffende landen. Uiteindelijk was dit voor geen enkele sporter aanleiding om niet deel te nemen, en toen de eerste winnaars werden gehuldigd verdween de controverse naar de achtergrond.

De geweldige prestaties van Rie Mastenbroek zouden daarentegen wel voor altijd besmet blijven. De Spelen van 1936 waren immers een propagandastunt van de nazi’s, en dit beeld staat in ons geheugen gegrift. Werden er naar Blankers-Koen straten en plantsoenen genoemd, Mastenbroek moest elke vier jaar antwoord geven op de vraag: ‘Hoe was het nou om te zwemmen voor Hitler?’. Hoe vaak ze ook bleef herhalen dat ze zich als zeventienjarige niet bewust was van de politieke bedoelingen van het evenement, toch bleef de associatie met de nazi-Spelen haar achtervolgen. Kok stelt dat veel mensen vergeten dat Mastenbroek lang niet de enige was die aan de Spelen deelnam; slechts een handjevol mensen bedankten voor de eer. Niet alleen deden verschillende Joodse sporters mee, ook een jonge Blankers-Koen was van de partij in Berlijn.

Als de verhalen in 1936 iets duidelijk maken, dan is het wel dat beeldvorming razendsnel kan omslaan. Rie Mastenbroek werd na haar prestaties als koningin van de Spelen onthaald in Nederland. Ze zou alleen niet lang van deze titel kunnen genieten. Blankers-Koen was slechts een van de vele mensen die duidelijk maakten hoe ze over Mastenbroeks deelname dachten; daarentegen sprak niemand na de vier olympische gouden medailles die Blankers-Koen in 1948 won, nog over haar deelname in Berlijn.

Beeld: Rio de Janeiro (c) Artyominc – Template Artyom Sharbatyan

3 Cover 1936

Boekgegevens

Auke Kok, 1936. Wij gingen naar Berlijn, Uitgeverij Thomas Rap, 336 pagina’s, ISBN 978 94 004 0452 6 (€ 19,99)

Dit artikel verscheen eerder in de Boekenkrant, editie augustus 2016

Berichten gemaakt 5307

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven