Maar Davaj! De Russen en hun wodka van Edwin Trommelen is desondanks geen vrolijk boek. Anton Tsjechov schreef: ‘De wodka schroeit en bijt in je keel, maar zodra je een oester doorslikt, voel je iets lekker wulps in je keelgat, waar of niet?’ Niet bepaald een ode aan de wodka, maar hij laat treffend zien dat de wodka voor de Russen meer is dan gezelligheid en feest. Wodka, laat Trommelen zien, spekte de Russische staatskas, maar bracht tegelijkertijd honderdduizenden Russen een alcoholverslaving, het syndroom van Korsakov of de dood door de drank.
Het beleid van de Russen wankelde als een aangeschoten beer tussen twee begrippen: staatskas en volksgezondheid. Afwisselend werd kroegbezoek sterk gestimuleerd of juist onmogelijk gemaakt door sluiting van horeca. Intussen kon, en kan, geen Rus zonder de drank. Het uitgestrekte land maakt nietig, en dus dorstig. De Russische literatuur smaakt naar de drank. Davaj! De Russen en hun wodka is daarom geïllustreerd met tal van literaire passages. Van Boenin en Tolstoj tot Toergenjev en Solzenitsyn: ook de schrijvers vereerden ‘hun’ wodka.
Edwin Trommelen, Davaj! De Russen en hun wodka, uitgeverij Mets & Mets, ISBN 978 94 611 6006 5 (€ 22,90)