Boekfragment: Het klopt wel, maar het deugt niet

Stevo Akkerman gaat verder waar Joris Luyendijk ophoudt in Dit kan niet waar zijn. Akkerman vraagt zich af of niet alleen de bankenwereld, maar de hele maatschappij een ‘amoreel universum’ is geworden.

Antoinette Dijkhuizen wil ’s nachts rustig kunnen slapen, maar dat valt niet altijd mee als je in de accountancy-sector werkt. Dijkhuizen heeft een eigen onderneming, ‘4you accountancy’ geheten, gehuisvest in een uitbouw van haar huis in Monster. ‘Vijf jaar geleden ben ik met dit kantoor begonnen en intussen heb ik al een paar keer voor de keuze gestaan: werk ik mee aan boekhoudfraude of niet? Er was een ondernemer die zijn complete voorraad waardeerde tegen verkoopprijs, inclusief winkeldochters. Een te hoge voorraad dus, en daardoor een te hoog eigen vermogen. Als ik de voorraad zou afboeken, zou het bedrijf niet meer voldoen aan de eisen van de bank. Ik functioneerde toen overigens als controller voor dat bedrijf, niet als accountant. De accountancy werd gedaan door PricewaterhouseCoopers.’
‘Ik besprak het probleem met de ondernemer, die het bij PwC aankaartte, en PwC zei: als de klant dat opgeeft, dan schrijven wij dat op. Het voelde niet goed, ik stond onder zware druk. De ondernemer had de cijfers de volgende dag nodig, maar ik wist dat ze niet oké waren. Ik heb het opgelost door te noteren: “Aan balansposities is geen aandacht besteed, ze zijn overgenomen van de vorige periode.” Vervolgens ben ik het gesprek aangegaan met deze klant en heb gezegd dat ik dit niet wilde, en toen hebben we afscheid genomen. Maar weet je hoe dat voelde? Ik heb vier kinderen, en dit was dertig procent van mijn omzet.’
‘Ik heb dit voorbeeld vaak ingebracht bij de verplichte cursussen die accountants moeten volgen. “Wat zouden jullie doen?” vroeg ik dan. Het gros zei: “Je bent controller, je verricht alleen het voorwerk, je hebt niet de rol van accountant, dus accepteer die cijfers maar.” Dat verbaasde me. Dit was gewoon boekhoudfraude! Juridisch kon ik er misschien niet op aangesproken worden, maar moreel wel. Daarom wilde ik er niet langer bij betrokken zijn.’
In een column voor de site van haar beroepsgroep sprak Dijkhuizen over de ‘zielloosheid’ in de accountancy. De sector is verhard, zegt ze. Ze ging ooit het vak in omdat ze gevoel voor cijfers heeft en het mooi vindt om te zien wat daarachter ligt aan dromen, ambities, successen, mislukkingen. Maar in de loop van de jaren heeft ze de branche zien veranderen in een boekhoudkundige variant van de bankensector, inclusief de bijpassende beloningen. Het draait alleen nog om geld verdienen.
In die cultuur voelt ze zich niet thuis, en dat is wederzijds: voor een vrouw, en zeker een moeder, is nauwelijks plaats in de accountancy. Bij de accountancy-kantoren heerst een masculiene cultuur, ook onder de vrouwen, vooral als ze in de hogere regionen opereren. En mannen die beschikken over feminieme kwaliteiten groeien niet door.
Klanten werden niet minder hard aangepakt. Een klant die goed was voor 90.000 euro per jaar – gegroeid van 4.000 euro, in zeven jaar – kreeg het moeilijk en kon het loon van Dijkhuizen (300 euro per uur) niet meer ophoesten. Ze pleitte ervoor hem tijdelijk te ontzien, om hem te helpen door de crisis heen te komen. ‘Maar daar wilde KPMG niet aan. Terwijl er op het hoofdkantoor in Amstelveen nog net geen marmer in de parkeergarage lag – ik schaamde me gewoon.’

35-bf-05-lemniscaat-het-klopt-wel-maar-het-deugt-niet-afb

Boekgegevens

Stevo Akkerman, Het klopt wel, maar het deugt niet: De maatschappelijke moraal in het nauw, Uitgeverij Lemniscaat, 116 pagina´s, ISBN 978 90 477 0882 7 (€ 9,95)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie november 2016

Berichten gemaakt 5342

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven