De literatuur van de toekomst
Voor de mei-editie van de Boekenkrant lees ik Gesprekken met opa van Raoul de Jong. Halverwege het verhaal breekt het coronavirus uit. Mijn eerste gedachte was: ‘O, wat jammer.’ Toen realiseerde ik mij dat ik hiervoor geen enkel boek heb gelezen waarin corona wordt genoemd.
Boeken, films en tv-programma's die in of na 2020 verschenen, doen bijna allemaal alsof de coronapandemie niet bestaat. In de meeste fictieve verhalen houdt niemand in 2020 extra afstand, draagt niemand een mondkapje en krijgt geen enkel personage nare flashbacks wanneer het wc-papier op is. Het is inmiddels ook de norm geworden dat organisatoren van schrijfwedstrijden er nadrukkelijk om vragen dat er geen verhalen worden ingezonden over het coronavirus.
Ergens komt dit misschien doordat we nooit een helder idee hadden wanneer de coronacrisis precies zou eindigen. Ook hebben mensen wellicht juist behoefte aan een beetje escapisme. Het nieuws staat nu al zolang in het teken van corona. Waarom zou je er dan ook een boek over willen lezen?
Toch vraag ik mij af of hier verandering in zal komen. Wanneer de redactie naar nieuwe titels voor de Boekenkrant zoekt, komen wij veel boeken over de Tweede Wereldoorlog tegen. De oorlog was natuurlijk een grote gebeurtenis. Al kan ik mij ook voorstellen dat mensen direct na de oorlog liever over iets anders wilden lezen. Zouden boeken over vijftig jaar dan wel allemaal over corona en andere ziektes gaan? En wie zal dan de schrijver zijn die de eerste klassieker schrijft binnen de 'coronaliteratuur'? We zullen moeten afwachten.
Marc Mens
Redactie-stagiair Boekenkrant
marc@boekenkrant.com