In augustus 1942 heeft W.F. Hermans zich aangemeld bij de Nederlandse Kultuurkamer. Dat was het door de Duitse bezetter ingestelde instituut waar iedere kunstenaar verplicht was zich aan te melden, en waarvan Joden waren uitgesloten. De schrijver en polemist heeft dit bizarre feit altijd buiten de publiciteit weten te houden. Dit onthult Willem Otterspeer vandaag in de Volkskrant.
Sinds 2000 bereidt hoogleraar universiteitsgeschiedenis en publicist Otterspeer de biografie voor van W.F. Hermans (1921-1995), een van de belangrijkste naoorlogse Nederlandse schrijvers.
Hermans was nog net 20 jaar toen hij het aanmeldingsformulier voor de Kultuurkamer inzond, dat aldaar op 31 augustus 1942 werd ontvangen, waarna op 8 september het registratiedossier werd gemaakt. Het kaartje waaruit blijkt dat Hermans zich aanmeldde wordt bewaard in het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) te Amsterdam.
De schrijver had toen nog maar één verhaal gepubliceerd. Of de aanmelding is gehonoreerd en of hij als lid is toegelaten, valt niet na te gaan. Tot een werkelijk bewijs van lidmaatschap, een Ausweis, is het niet gekomen.
Na de oorlog schreef Hermans verscheidene romans en novellen die in de oorlogsjaren spelen. Hij viel in artikelen diverse auteurs aan wier houding tijdens de oorlog in zijn ogen niet zuiver op de graat was.
Bron: www.volkskrant.nl