Het eerste gedicht is een opmaat en een interessante parallel aan de rol van de dichter. F. Starik portretteert de acteur:
De hele wereld is een steiger
van de wankelste soort en jij
staat daar natuurlijk bovenop voor je beroep
doe je belangrijke mensen na
Gaat dit over acteurs? Het is prima van toepassing op dichters – in elk geval op de dichter die in Door aan het woord is. Dat is een acteur die zijn tekst zelf schrijft en ons met beeldende teksten zijn filosofie in trekt.
Logisch, maar overtuigend, zijn de gedichten in Door erg toegankelijk van toon. Starik draait alledaagse en herkenbare taferelen naar licht absurde scènes.
Er zijn twee soorten mensen: lezers en kijkers.
Allen duwen tegen deuren waarop TREKKEN staat geschreven,
dat doet echt iedereen. De lezer stapt het toilet pas binnen
na zorgvuldige bestudering van wie de man moet voorstellen,
wie de vrouw.
De lezer kijkt en de kijker leest. De dingen die verkeerd gaan, vallen op.
In ‘Feest’ krijgt moeder een klok cadeau, ‘want mama vergeet nog weleens wat’. Geleidelijk verandert de sfeer van optimistisch naar cynisch naar grimmig: het pijnlijke gevoel van een moeder die geestelijk achteruitgaat.
Door behandelt een enorme waaier aan stijlen in deze bundel. Van ritmisch (‘zegge, voszegge, valse voszegge, stekelzegge, rotzegge, stijve zegge, afgebroken zegge’) naar romantisch (‘O bloem der jeugd, o schande van mijn steelse blik’) en anekdotisch:
Er werd gefluisterd dat oma nooit de afwas deed
omdat ze vroeger voor concertpianiste studeerde,
dan zijn je handen je kostbaarst bezit.
Ook de onderwerpen, van Jezus tot IKEA en van een requiem voor een vriend tot een boompje in de achtertuin, variëren enorm. Door is veelzijdig, verleidelijk, beeldend, toegankelijk, soms absurd – en mooi.
F. Starik, Door, Uitgeverij Nieuw Amsterdam, ISBN 978 90 468 1401 7 (€ 19,95)
Dit artikel is eerder verschenen in de Boekenkrant editie
van februari 2013.