Afgelopen maandag werd de belangrijkste Britse onderscheiding voor de jeugdliteratuur uitgereikt, de Carnegie Medal. Dit jaar ging de prijs naar Kevin Brooks, schrijver van het boek The Bunker Diary – in het Nederlands vertaald als Bunkerdagboek. Vrijwel direct stak een storm van kritiek de kop op in de Britse media: critici noemen het boek ‘gevaarlijk’.
Bunkerdagboek is het fictieve dagboek van een ontvoerde jongen die opgesloten zit in een bunker. Samen met vijf andere ontvoerden is hij overgeleverd aan de grillen van hun onbekende kidnapper, die zich verborgen houdt. Onderwerpen als heroïneverslaving, moord, verkrachting en marteling komen aan bod.
Volgens de jury van de Carnegie Medal is Bunkerdagboek ‘absoluut het soort boek dat Carnegie zou moeten promoten – uitstekend geschreven, sfeervol en geliefd bij lezers,’ maar critici zijn er minder over te spreken. Lorna Bradbury van The Daily Telegraph noemt het boek ‘misselijkmakend’ en vraagt zich af ‘waarom we dit boek aan een kind zouden moeten toewensen.’ Amanda Craig van The Independent vindt het ‘deprimerend’ en stelt dat ‘niemand die van kinderboeken houdt ook maar enigszins blij kan zijn met de keuze van Carnegie.’
Positieve geluiden zijn er ook, onder andere afkomstig van leerlingen van Charles Thorp Comprehensive School, zo schrijft The Guardian. De leerlingen vinden het boek weliswaar ‘erg somber,’ maar ‘de personages maken het boek zo belangrijk. Hun ontwikkeling, gedreven door de uitzichtloosheid van de situatie waarin ze zich bevinden, geeft het verhaal een einde dat tot nadenken stemt.’
Bron: nrc.nl/boeken / theguardian.com / telegraph.co.uk / independent.co.uk
