Socioloog Mark Taylor van Oxford University onderzocht een groep mensen, allen geboren in 1970. Hij bestudeerde hun vrijetijdsbesteding op 16-jarige leeftijd en de carrière die ze op 33-jarige leeftijd hadden opgebouwd.
Jongens die op hun 16e geregeld een boek lazen, bleken 58% kans te hebben op een leidinggevende baan, tegenover een kans van 48% voor jongens die niet of nauwelijks lazen op hun 16e. Bij de meisjes lagen de percentages op respectievelijk 39% en 25%.
Taylor verklaart de uitkomsten door het ‘aanscherpen van de geest’, dat door boeken kennelijk veel meer gestimuleerd wordt dan door andere bezigheden.
In tegenstelling tot lezen bleken alle andere vrijetijdsactiviteiten, zoals sporten, bioscoop-, concert- of museumbezoek, naaien en koken, geen significant effect te hebben op de latere carrière. Het combineren van lezen met een van deze andere hobby’s blijkt echter een extra positieve stimulans te zijn. Het spelen van computergames bleek als enige een negatief effect te hebben op de latere carrière.
Bron: Nu.nl.