In 1964 verscheen de eerste druk van het roemruchte boek, met een iconische afbeelding van de toen jonge Jan Cremer, wijdbeens op een motor zittend, op de voorkant. Het boek veroorzaakte een schandaal, maar ging tegelijkertijd als warme broodjes over de toonbank. Inclusief vertalingen verkocht Cremer (en De Bezige Bij) ongeveer 12 miljoen exemplaren van het boek. Cremer schreef enkele vervolgboeken, die eveneens succes oogstten – maar natuurlijk niet zoveel als het eerste deel.
De intussen 70-jarige schrijver Cremer wil het manuscript van Ik, Jan Cremer, dat 227 pagina’s dik is, nu van de hand doen ‘om de zorg over te dragen’. Hij verwacht € 200.000,- à € 250.000,- aan de veiling te verdienen.
Daarmee zou het manuscript verreweg het duurste, in Nederland geveilde manuscript zijn. Eerder leverde het manuscript van De avonden, van Gerard Reve, f. 160.000,- op (ongeveer € 72.600,-).
Het Rijksmuseum kocht intussen het originele omslagontwerp van het boek. Het museum beschouwt het omslag als een icoon van de Nederlandse culturele en literaire geschiedenis.
Bron: het Parool.