Zo, klaar met de opnames?
‘We zijn nog druk bezig. Acht zijn er gepland, dus we hebben er nog vijf te gaan. Waarvan twee in het buitenland: die over Manga en over de Amerikaanse Comic.’
Elke aflevering een stripgenre?
‘Elke aflevering is genoemd naar een bekende held. Maar daar gaat het niet alleen over. “Hergé”, de eerste aflevering, gaat wel vooral over Kuifje. “Jan, Jans en de kinderen” begint met Jan Kruis, maar gaat dan vooral over de autobiografische strip en de grenzen van de werkelijkheid. “Bommel” gaat over Toonder. Het was de bedoeling om fabeldieren te behandelen, maar over Toonder bleek zoveel te vertellen, dat een halfuur te kort was om het breder te trekken.’
Verbreding of verdieping?
‘Het is gewoon leuke tv met strips als onderwerp. Serieus maar leuk. Je kijkt zo’n beetje over mijn schouder mee, terwijl ik de stripwereld verken. Henk Kuijpers laat zien hoe hij documentatie gebruikt om “Franka” te tekenen. En oh ja, ik ga naar San Diego om te laten zien hoe groot de stripgekte is op een conventie.’
En Nederland?
‘We proberen de Nederlandse stripwereld erbij te betrekken. Jan Kruis, Gerrit de Jager, Maaike Hartjes en Floor de Goede, Michiel van de Pol, Barbara Stok… Per aflevering interviewen we drie of vier stripmakers, en voor de vormgeving van de afleveringen zelf benaderden we onder andere stripcollectief Lamelos.’
Kijkers maken kennis met stripmakers en hun werk. Dat is het doel?
‘Nee hoor. Leuke televisie is het doel. Het is een kennismaking zonder oppervlakkig te zijn. Maar voor hele diepe beschouwingen is weinig tijd. Wie weet in de vervolgreeks voor het volgende seizoen?’