‘Brooke’s reis naar Las Vegas om Céline Dion te zien zingen, is als een reis naar Mekka,’ zegt Hanna Bervoets, die de roman Lieve Céline schreef. ‘Wanneer Brooke zelfs bij haar kleedkamer komt, is ze in het voorportaal van haar afgod. Maar de devotie schuilt ook in de centrale plek die Céline Dion in Brooke’s leven inneemt.’
Hoe geeft Brooke vorm aan haar devotie?
‘Brooke schrijft continu brieven. Dat zijn belijdenissen, boetedoeningen, bekentenissen, uitingen van haar toewijding. Ze denkt de hele dag aan Céline Dion en vergelijkt haar eigen leven met dat van haar idool. Ze onderstreept in haar brieven de overeenkomsten en vindt dat ze erg op elkaar lijken. Brooke schrijft alsof Céline Dion een gelijke is. Ze zoekt herkenning en identificatie. Dat het allemaal niet reëel is, komt niet in haar op.’
Waarom verliest ze zich zo in Céline Dion?
‘Idolen zijn een vorm van zingeving, zeker nu religie steeds minder belangrijk wordt. Wat Brooke heeft, lijkt op de vorm van idolatrie zoals je had rond Michael Jackson en Madonna. Het is anders dan bij de tv-programma’s waar ze een nieuwe zanger(es) zoeken – dat gaat over de belofte, de toekomst, maar als de serie klaar is, zijn we het “talent” vaak alweer vergeten.’
Hoe kwam je op een zwakbegaafd personage als hoofdpersoon?
‘Voor een reportage volgde ik een dag lang een VIP-spotter. Ze stond bij de studio’s van Endemol te wachten op Bekende Nederlanders, en daar ging ze dan mee op de foto. Na een aantal uur vertelde ze me dat ze zwakbegaafd is, dat ze niet zelfstandig woont, haar hele levensverhaal kwam aan bod. Haar leven, en vooral haar toewijding naar die Bekende Nederlanders die haar niet eens kennen, bleven me bij. Die vrouw stond model voor Brooke.’
Hanna Bervoets, Lieve Céline, Uitgeverij LJ Veen, ISBN 978 90 204 1048 8 (€ 16,95)