‘Ik dacht niet: ik ga “eventjes” verlichting bereiken. Ik wilde er wel dichterbij komen. Daar was ik al een paar jaar mee bezig. Mediteren bijvoorbeeld had bij mij effect. Dus dacht ik: wat gebeurt er nu als ik er echt twee jaar voor ga zitten?’ Mariëlle Hageman liet haar leven in Nederland achter, nam het vliegtuig en haar intrek in een Tibetaans boeddhistisch klooster in Nepal. ‘Niet dat ik ongelukkig was. Maar ik dacht dat het met het geluk wel beter kon. Ik was er zelfs van overtuigd dat ik met het oefenen van mijn geest een staat van permanent geluk kon bereiken. Uit onderzoek over mediteren is gebleken dat je het basisniveau van geluk wel iets kunt opkrikken. De vorm van absoluut geluk die ik zocht, bestaat echter niet – weet ik nu. Er is wel vreugde en zo, maar dat gaat voorbij.’
Echt geluk is een illusie?
‘Het idee van geluk volgens het boeddhisme is anders dan de versie die ik ervan heb. Denk ik aan geluk, dan denk ik aan “me goed voelen”. Aan blijdschap en euforie. Het geluk volgens het boeddhisme is eerder acceptatie, inzicht, enzovoort. Die verwachting botst.’
Terwijl je zo’n goede leermeester had om je alles over geluk te leren: de Monnik.
‘Ja, maar ik denk dat ik het boeddhisme verkeerd heb geïnterpreteerd en toegepast. Dat ik met de verkeerde motivatie in het vliegtuig ben gestapt. De Monnik is een heel inspirerend figuur. Toen ik bij hem was gebeurde er iets met me. Ik wilde, in plaats van te mediteren, vooral zijn aandacht krijgen, net als de meeste anderen om me heen. Het gevolg was dat ik die aandacht en bevestiging zocht, in plaats van de rust waarvoor ik oorspronkelijk was gekomen.’
Ondanks de goede leermeester dus geen verlichting. Is het voor een westerling sowieso wel bereikbaar?
‘Ik denk dat je in heel korte tijd veel kunt leren en veel inzicht kunt krijgen. Maar je hebt wel je gedachtepatronen en emoties, en die verander je niet zo gemakkelijk. Ik ben bijvoorbeeld best onzeker, daarom zocht ik ook de aandacht van de Monnik.’
Je doel was het vinden van een absoluut geluk. Maar wat je tegenkwam was jezelf?
‘Ik dacht heel naïef en was ambitieus. Misschien is het wel een westerse eigenschap. Je wilt iets, je wilt het snel en je wilt het met resultaat. Het paradoxale is: het streven is om elke ambitie los te laten. En dat kan alleen maar met ambitie. Uiteindelijk moet je ook het boeddhisme loslaten. Daarvoor bestaat een mooie vergelijking. Je hebt zeep nodig om jezelf te wassen, en terwijl het vuil loslaat, hou je steeds minder zeep over.’
Kennelijk heb je in Nepal toch nieuwe inzichten verworven…
‘En stiekem denk ik dat ik met mijn nieuwe “inzicht” wel eens dichter bij het boeddhisme sta dan voorheen. Hoofdpunt van het boeddhisme is dat het “ik” niet zo concreet is als we doorgaans denken. Je bent niet meer dan een hoopje botten, organen en gedachten en gevoelens waarop je het etiket “ik” plakt. Mijn “ik” was onzeker en zocht de aandacht van de Monnik, waardoor het andere dingen en mezelf in de weg stond.’
Blijf je het pad naar verlichting volgen?
‘Ik sta nu denk ik helemaal aan het begin van dat pad. Maar een paar jaar geleden liep ik nog de verkeerde kant op. Ik ga dus weer terug naar Nepal. Gewoon: zitten en kijken naar mijn eigen geest. Mislukt het weer, dan schrijf ik opnieuw een boek. Bereik ik verlichting, dan hoor je niet meer van me.’
Mariëlle Hageman, Overal boeddha’s. En hoe ik geen verlichting bereikte, Uitgeverij Thoth, ISBN 978 90 6868 550 3 (€17,90)