‘’Vindplaatsen’ laat zien hoe belangrijk de Indische tijd is geweest voor Springer als persoon en als schrijver,’ vertelt Liesbeth Dolk, die met de auteur naar het land van zijn jeugd reisde. ‘Springers jonge jaren in het voormalig Nederlands-Indië, en dan met name de kamptijd, hebben hem sterk gevormd en ze waren een enorme inspiratiebron voor zijn romans.’
Hoe toont zich dat?
‘Bijvoorbeeld in het thema van deze Boekenweek, dat ook een belangrijk thema is in Springers werk: vriendschap. In zijn kamptijd leerde Springer goed wie zijn vrienden waren en wie je wel en niet kon vertrouwen. Daar heeft hij een leven lang profijt van gehad. Sommige personages in zijn romans en verhalen zijn geïnspireerd op vroegere Indische vriendjes. De Tommie Vaulant uit ‘Bougainville’, bijvoorbeeld, is terug te voeren op de vriendschap die Springer als kleuter had met een jongetje in Malang. En in ‘Tabee, New York’ en in ‘Bandoeng-Bandung’ spelen vroegere klasgenootjes een rol.’
F. Springer wordt toch veel meer gezien als de schrijver/diplomaat dan als de ‘Indische schrijver’?
‘Is dat zo? Hij was beide, denk ik. Zijn ervaringen als bestuursambtenaar en diplomaat en zijn schrijverschap zijn ook nauw verstrengeld. Het afscheid van Nieuw-Guinea, de islamitische revolutie in Iran, het ontstaan van Bangladesh… Hij was getuige van vele tijdperken en verwerkte die ervaringen in zijn romans en verhalen. Tijs Goldschmidt typeerde hem op prachtige wijze als een punctuated equilibrium hopper, iemand die van het ene verstoorde evenwicht naar het andere ging.’
Bestaat er wel zoiets als een Indisch schrijverschap?
‘Mensen uit Indië zijn verhalenvertellers en uit die verhalen is de Indische literatuur voortgekomen. Dat was precies wat Springer vooral was: een verhalenverteller. “Een goed verhaal vertellen, is al moeilijk genoeg,” zei hij. Bij hem maakten aspecten als de structuur en het schrijverscommentaar zo’n verhaal tot literatuur. Dat typisch Indische verhalen vertellen in die vorm lijkt voorbij. Dat wil trouwens niet zeggen dat “Indië” daarmee ook is afgesloten. Als lieu de mémoire leeft het ongetwijfeld voort in nieuwe verhalen van de na-oorlogse generatie.’
Springers Indische jaren waren belangrijk. Gold dit zijn leven lang?
‘Ja, want terug naar Indië ging hij altijd. Zelfs nog in ‘Quadriga’, zijn roman uit 2010. Die speelt dan wel in Oost-Berlijn, maar hij kon het toch niet laten om een personage een portie nasi goreng met sambal te laten eten.’
Liesbeth Dolk, Vindplaatsen, De Indische jaren van F. Springer, Uitgeverij Querido,ISBN 978 90 214 3322 6 (€ 29,95)