Het creatieve proces van een kunstenaar

Met haar debuutroman Het huis aan de gouden bocht scoorde de Britse schrijfster Jessie Burton een wereldwijde bestseller. Voor haar nieuwe roman De muze putte ze mede uit de achtbaan van emoties die volgde op dit overweldigende succes.

Tijdens een eerder bezoek aan onze hoofdstad kwam Burton in het Rijksmuseum oog in oog te staan met het poppenhuis van Petronella Oortman. Ze werd hier zo door gegrepen dat ze het een belangrijke rol gaf in haar debuut Het huis aan de gouden bocht; een roman die zich afspeelt in Amsterdam ten tijde van de Gouden Eeuw. ‘Ik had niet kunnen vermoeden dat dat bezoek mijn leven zo zou veranderen,’ vertelt de schrijfster. ‘Niemand had überhaupt verwacht dat een boek over een zeventiende-eeuwse Nederlandse koopman met een poppenhuis zo’n succes zou worden.’ Uiteindelijk werd het boek in meer dan dertig landen een besteller, ook in Nederland. ‘Ik was verbaasd dat mijn boek ook zo snel in het Nederlands verscheen. Als buitenlander schreef ik toch over een belangrijke periode uit jullie geschiedenis. Mijn agent waarschuwde me dat dit vaak een van de redenen is waarom een boek in het desbetreffende land niet wordt aangekocht. Mensen houden er kennelijk niet van dat een buitenstaander beweringen over hun land doet. Het lijkt erop dat mijn boek de uitzondering op deze regel was.’

Net als haar debuutroman speelt De muze zich af in het verleden. In het boek volg je twee vrouwen die in verschillende tijdperken leven. Olive woont in het Spanje van de jaren dertig, een land dat aan de vooravond van een burgeroorlog staat. De andere hoofdpersoon, Odelle, woont en werkt in het swingende Londen van de jaren zestig. Wat de twee verhaallijnen met elkaar verbindt is een mysterieus schilderij dat opduikt in het museum waar Odelle werkt. Daarnaast zijn beide hoofdpersonen creatief: Olive schildert, Odelle dicht.

De muze is naast een historische roman vooral een verkenning van het creatieve proces van een kunstenaar. Burton vertelt dat ze daarvoor heeft geput uit haar eigen ervaringen. ‘Ik schreef Het huis aan de gouden bocht zonder enige verwachting, maar voordat ik het wist waren er meerdere uitgeverijen die interesse hadden in het manuscript. Voor mijn gevoel was mijn boek opeens overal en vond iedereen er iets van.’ Burton besefte eigenlijk nauwelijks wat er gebeurde en had moeite om met alle aandacht om te gaan. ‘Ik wilde niet klagen, maar ik heb eigenlijk te veel evenementen ter promotie van het boek gedaan. Aan het einde van een twee jaar durende tour was ik mentaal uitgeput. Na deze ervaring ben ik gaan nadenken over een aantal vragen. Hoe kom je tot het maken van kunst en wat gebeurt er met je als je je werk met de buitenwereld deelt? Deze vragen lopen als een rode draad door De muze.’
‘Olive en Odelle hebben daarnaast allebei een bepaald persoon die hen inspireert om zich creatief te uiten,’ voegt Burton toe. ‘Mijn hoofdpersonen passen dus goed in het beeld dat veel mensen hebben van een klassieke muze. Denk bijvoorbeeld aan de vele vrouwen waarmee Pablo Picasso zich omringde.’ Het creatieve proces van de schrijfster zelf verschilt nogal van dat van haar hoofdpersonen. ‘Ik haal altijd een uitspraak van Frida Kahlo aan om uit te leggen waar mijn inspiratie vandaan komt. Zij zei: ik ben mijn eigen muze. Natuurlijk inspireren sommige mensen mij, maar ik geloof dat de dingen die ik in mijn leven meemaak vanzelf doorsijpelen in mijn schrijfproces. Voor mij is inspiratie en creativiteit dus een veel vager begrip dan voor Olive en Odelle.’

In het uitdragen van hun werk vertegenwoordigen haar hoofdpersonen juist twee uitersten van het creatieve spectrum, zegt Burton. ‘Olive laat haar schilderijen signeren door haar minnaar. Niemand weet dat ze schildert en ze hoeft dus met niemand over haar kunst te praten. Odelle kan daarentegen niet wachten om haar gedichten met de wereld te delen. Ze wil dan ook niets liever dan gepubliceerd worden, al is ze heel zenuwachtig over het feit dat mensen haar werk daadwerkelijk gaan lezen.’
Burton herkent zichzelf in beide vrouwen. ‘Ik zou het ideaal vinden om net als Olive onder een pseudoniem te werken. Helaas is het daar nu te laat voor,’ lacht ze. ‘Vooral omdat ik tijdens de promotie van mijn boeken heb gemerkt hoeveel interesse er is voor mij als persoon. Soms zou ik willen zeggen dat het boek voor zichzelf spreekt, maar ik weet dat dit in het huidige digitale tijdperk niet meer zo werkt. Maar ja, mensen vragen een zanger ook niet om aan het einde van een concert te komen praten over de liedjes die hij heeft gezongen.’
Ondanks alles geniet Burton van het schrijverschap. ‘Het enige dat ik wil doen is verhalen vertellen en deze opschrijven. Het blijft bijzonder dat mensen speciaal naar de boekwinkel gaan omdat de nieuwe Jessie Burton uit is.’

Beeld: Andy Grout

Boekgegevens

Jessie Burton, De muze, vertaling: Marja Borg, Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, 384 pagina’s, ISBN 9789024574704 (€ 19,99)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie februari 2017

Berichten gemaakt 5307

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven