Elsschot in een nieuw jasje

Kaas, Lijmen en Het Been van Willem Elsschot zijn stuk voor stuk titels met een ‘o ja-effect’: je hebt ze misschien ooit voor school gelezen, of je had dat eigenlijk moeten doen. (Her)ontdek nu de boeken van deze Vlaamse schrijver met de spiksplinternieuwe uitgaven van Polis. We spraken met de uitgever en andere Elsschotlezers over zijn werk.

Ter gelegenheid van zijn 135e verjaardag geeft Polis het werk van Willem Elsschot opnieuw uit – maar dan wel in een nieuw jasje. Dat was een wens van zijn erfgenamen, maar misschien nog wel een grotere wens van Elsschotliefhebber en uitgever Harold Polis. Hij was veertien toen hij voor het eerst kennismaakte met het werk van zijn literaire held. Uit de bibliotheek van zijn grootvader leende hij De ontgoocheling, een vroeg werk van Elsschot, omdat het zo’n mooie omslag had. ‘Ik was meteen verkocht. Door Elsschot begreep ik als tiener plots dat mensen door de tijd heen niet veranderen. Ze blijven slecht.’ Ook Gosse Koolstra, die als docent zijn leerlingen probeert te enthousiasmeren voor het werk van Elsschot, heeft deze ervaring. ‘Elsschot laat je beseffen dat het belazeren van jezelf en elkaar niets nieuw onder de zon is en misschien ook dat de mens altijd verlangt groter te zijn dan hij is.’

De kern van de zaak
Elsschot is volgens Polis een van de weinige Nederlandstalige auteurs die de kern van de zaak onder woorden brengt. ‘Fictieschrijvers zijn slecht in het beschrijven van belangrijke dingen. Liefde, oké, dat kan wel, maar wat ons moderne mensen echt in verwarring brengt, elke keer opnieuw, nu nog meer dan ooit, is de tegenstelling tussen het werk dat je doet en jezelf zijn.’ Ik moet gelijk denken aan Laarmans uit Kaas, die groothandelaar in de Nederlandse kaas wil worden, maar helemaal niet van kaas houdt. Mijn Elsschotondervraagden zijn dan ook allemaal van mening dat humor en de tragikomische toon Elsschots werk kenmerken. ‘Om enkele passages uit Kaas heb ik hardop gelachen,’ bekent Annelies Verbeke, schrijfster en ambassadeur van het werk van Elsschot, die tegelijk met de personages te doen heeft. Polis voegt eraan toe: ‘Daarnaast is Elsschot erin geslaagd een toon te vinden die voldoende neutraal en gekleurd is om over de tijd heen nog betekenis te hebben. Dat is uitzonderlijk.’
Die toon wordt tevens geroemd door Sven Vitse, docent Moderne Letterkunde aan de Universiteit Utrecht. ‘Elsschot heeft een zuivere stijl, waarin satire en mededogen, lichtheid en melancholie subtiel verweven zijn. Het bijzondere van die stijl, waar ik als student zelf geen oog voor had, probeer ik vandaag aan mijn studenten te laten zien.’
De vijftienjarige scholier Victor Hendrikse is in ieder geval enthousiast over Elsschot. ‘Zijn werk is lekker dun,’ grapt hij, ‘maar wat me vooral verraste was dat Kaas voor een oud werk zo “modern” geschreven is.’ Polis beaamt dat. ‘Die ervaring kun je in het Frans hebben – in Frankrijk trek je bij wijze van spreken een pocket van Balzac uit de rekken van de supermarkt –, in het Duits en zeker in het Engels, maar voor ons Nederlandstaligen, rare snijbonen dat we zijn, is dat lastiger,’ legt hij uit. ‘Dat heeft te maken met dat onze taal niet stabiel is en nooit stabiel is geweest. Daardoor hebben wij in tegenstelling tot de ons omringende taalgebieden een heel ahistorische ervaring met taal.’

Pimpen
Elsschot mag dan nog wel goed leesbaar zijn, de verkoop van zulke oude werken gaat niet vanzelf. Daarom voelde de uitgever zich genoodzaakt het Verzameld werk dat al bestaat, uit elkaar te trekken tot elf losse, opnieuw vormgegeven delen, voorzien van een nieuw nawoord. ‘“Dode” schrijvers worden vaak heiligverklaard. Specialisten beginnen er na verloop van tijd onderzoek naar te verrichten en aan het eind van de oefening komt er een gewichtige “graftekst” over dat Verzameld werk heen te liggen. Maar je mag nooit uit het oog verliezen dat er telkens weer nieuwe mensen bijkomen die Elsschot nog moeten ontdekken. Die kan je niet zo’n Verzameld werk in de handen drukken. Die kun je hoogstens heel beleefd vragen: “Zou je dit eens willen lezen? Volgens mij is het echt goed en kun je je er echt mee amuseren.”’
Bij het opnieuw vormgeven van Elsschots werk, heeft Polis zich laten inspireren door de Britse Uitgeverij Penguin Books. ‘Daar hebben ze reeksen gemaakt van de meest uiteenlopende ouwe rommel, die er echt ongelooflijk spannend uitzien en die net doordat ze anders zijn uitgegeven, met een andere inleiding en andere argumenten en een andere omslag, de vertaalslag naar vandaag hebben gemaakt,’ zegt Polis. ‘Ik heb mij letterlijk gebaseerd op de jubileumreeks van Penguin, waarbij ze het unieke van elke tekst zo scherp mogelijk hebben proberen te tonen op het omslag. Je wilt ze alleen al hebben omdat ze er fantastisch uitzien!’ Hier zie ik weer de veertienjarige Polis voor me die wordt verleid door het omslag van De ontgoocheling tussen alle mogelijke boeken waaruit hij kan kiezen in de bibliotheek van zijn grootvader. ‘De kunst van het verkopen is natuurlijk ook een van de thema’s uit het werk van Elsschot. Dat wat er ligt opnieuw verpakken. Zo idioot is het.’

Beeld: Letterhuis Antwerpen

Boekgegevens

  • Willem Elsschot, De verlossing, nawoord: Eric Rinckhout, Uitgeverij Polis, 242 pagina’s (€ 17,50)
  • Willem Elsschot, Het Tankschip, nawoord: Dirk Leyman, Uitgeverij Polis, 107 pagina’s (€ 17,50)
  • Willem Elsschot, Pensioen, nawoord: Matthijs de Ridder, Uitgeverij Polis, 157 pagina’s (€ 17,50)

Dit artikel verscheen eerder in de Boekenkrant, editie juni 2017

Berichten gemaakt 867

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven