Cees Nooteboom ontving op 18 november bij de Belgische koning Albert II de Prijs der Nederlandse Letteren. Volgens de jury is de ‘lichte, verfijnde en kronkelende, poëtische toets die veel wijsheid verraadt en zwaarmoedigheid relativeert’ van zijn werk, dat gedichten, romans, reisverhalen en essays omvat, van grote waarde. Hoewel Nooteboom ook al de andere oeuvreprijzen op zijn naam heeft geschreven, is de Prijs der Nederlandse Letteren voor hem ‘de dierbaarste prijs’.
Enkele weken daarna werd bekendgemaakt dat Arnon Grunberg de Constantijn Huygensprijs 2010 wint. Het juryrapport roemt Grunbergs succesvolle portrettering van de minder aangename aspecten van de mens. ‘Nietsontziend verbeeldt hij in zijn romans de meest zwarte kant van de mensheid. Soms ironisch, soms ernstig, altijd in zijn hoogstpersoonlijke stijl rukt hij ons de maskers af.’ Opvallend is de jonge leeftijd van Grunberg: 38 jaar slechts, maar met al negen romans, essaybundels en verhalen achter zijn naam, al veelvuldig bekroond.
Charlotte Mutsaers, ten slotte, wint de P.C. Hooftprijs 2010. Over haar dubbeloeuvre verscheen recent het boek Paraat met pen en penseel, en haar dubbeltalent is voor de jury reden om haar de prijs toe te kennen. ‘Zo geduldig als een schilder de materiële wereld beklopt en aftast, zo precies plooit Mutsaers haar teksten rondom concrete voorwerpen als een rok, een dennenappel of een mobiele telefoon.’