Dit: Connelly verspilt geen woorden. Gewoon het kronkelende plot, de hoofdpersonen en een droog verslag van de gebeurtenissen. Zijn boek leest bijna als een journalistiek artikel. Nu klopt dat gevoel aardig met zijn achtergrond, want Connelly is ooit gestart als verslaggever in Los Angeles.
Die terughoudendheid mis ik bij Nederlandse schrijvers. Deze leunen zwaar op de successen uit de Scandinavische hoek. Hoeveel gepsychologiseer wilt u hebben? Een onsje meer kan zo maar. Geen probleem. Een terugblik op de ellendige jeugd, het adoptieverleden, de zondes van de pubertijd? Een beschrijving van het kantoor, de wandelgang, het bos? Het past allemaal in de sfeerbeschrijvingen van de Nederlandse thriller. Soms is dat heerlijk om te lezen, maar bij veel schrijvers loopt het langzamerhand de spuigaten uit. Dan heb ik het gewoon even gehad met de haardracht van de rechercheur, de terugblik op een vorige geliefde of weer een plastische beschrijving van seks. Als het iets toevoegt aan het verhaal, prima, geen probleem. Maar zo heel vaak voegt het gewoon niets toe en is het overbodige ballast die het snelle thrillerschip tot zinken brengt. Wat heb ik aan de wetenschap hoe op internet documenten kunnen worden verstopt? Schiet ik er iets mee op in het ontrafelen van een mysterie als ik weet hoe de rechercheur de borsten van zijn geliefde streelt?
Soms vindt een schrijver de juiste balans. Lia Peters bijvoorbeeld, met ‘Zusjesliefde’. Ze lijkt een onbekende schrijver, een debutant, maar achter deze naam gaan Peter de Zwaan, gelouterd thrillerauteur, en zijn vrouw Lia Krijnen schuil. Ze hebben samen een lekker boek geschreven over ‘hun’ stad Enschede en omgeving. Tegenover zo’n onverwacht diamantje staat een rij auteurs die ongetwijfeld hun uiterste best doen en vol goede bedoelingen hun boek schrijven, maar er niet in slagen aan de valkuil van omslachtigheid te ontsnappen. We zijn natuurlijk niet allemaal van het kaliber Charles den Tex of Saskia Noort en ik zou dan ook willen dat eindredacteuren de rode pen meer hanteren. Laten al die schrijvers en eindredacteuren zich niet blind staren op het succes van Stieg Larsson of Henning Mankell. Lees eens Het recht om te zwijgen van Michael Connelly en zie hoe hij zijn verhaal vertelt. Of Stuart McBride, Lars Kepler. Zonder poespas, zonder liflafjes. Gewoon recht voor zijn raap.