Roel Weerheijm – Op bezoek bij Harry Mulisch

Belangrijker dan die boeken is voor mij het feit dat ik hier ben. Te midden van portretten, foto’s en meubels die het centrum vormden van Mulisch’ leven en werk.

Harry Mulisch introduceerde mij in de wereld van de boeken. De aanslag op mijn twaalfde, De ontdekking van de hemel op mijn vijftiende, Twee vrouwen op mijn zestiende. Nu, dik een jaar na zijn overlijden, moet de enorme bibliotheek van Mulisch in kaart worden gebracht.

Ik voer een reeks boeken in waarvan ik betwijfel of ze allemaal gelezen zijn. Veel schrijvers boden Mulisch een exemplaar van hun boek aan – bij wijze van eerbetoon, denk ik. Je voelt de trots van de schrijver in het handschrift waarmee hij “de zeer geachte heer Mulisch” in alle nederigheid zijn schrijfsel wil aanbieden. En wie de persoonlijkheid van Mulisch een beetje begrijpt, weet dat hij niet neerkeek op dit gebaar.

De diversiteit van de boeken is verbazingwekkend. Romans van collega-schrijvers, spirituele boeken, een bundel visuele poëzie, bloemlezingen van interviews. Ik voel me een gluurder, bedenk ik me ineens. Al heb ik toestemming gekregen.

En dan mag ik een verdieping lager gluren in Mulisch’ werkkamer. Een balzaal met rood tapijt. Boekenkasten als muren. Globes. Etsen en schilderijen van sfinxen, piramides en planeten. Het tastbare brein van een schepper. Kitty Saal, de weduwe van Mulisch, wijst me welke boekenrijen de schrijver voor welke romans gebruikte. Ik bereken dat hij, voor het onderzoek voor zijn romans, per roman meer dan anderhalve meter aan boeken las.

Zijn beroemde rij pijpen in een rekje naast zijn bureau. De dichtgevouwen bril ligt op een gesloten groen cahier. Dat lijkt me het enige dat na zijn overlijden is aangepast – of misschien zelfs dat niet.

Roel Weerheijm

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven