Column Lex Jansen: Schrijvers en namen

Een paar dagen geleden was ik met een vriend in gesprek over boeken die we in ons leven gelezen hebben. Het viel me op dat er titels zijn die ik altijd paraat heb, terwijl er ook zijn waarvoor ik diep in mijn herinnering moet tasten. De Toverberg, De ondraaglijke lichtheid van het bestaan of De berg van licht, ik hoef er geen moment naar te zoeken. Maar om mij onduidelijke redenen geldt dat voor andere titels beslist niet. Waardering voor het werk heeft er gek genoeg niets mee te maken, want in het rijtje ‘altijd paraat’ komen boeken voor die ik helemaal niet zo goed vond, terwijl er anderzijds favorieten zijn waar ik altijd over na moet denken, zoals Het leven, een gebruiksaanwijzing van Georges Perec, zonder twijfel een van mijn lievelingsboeken.  

Terwijl we over titels spraken, kwam het gesprek als vanzelf op namen van schrijvers. Ik las recentelijk in de serie Privé-domein Elk boek is een gevaar van Andreas Burnier, samengesteld door Ronit Palache. Daaruit leerde ik dat mevrouw Burnier geboren is als Catharina Irma Dessaur en dat zij naast haar nom de plume ook nog andere namen heeft gedragen, onder meer omdat ze in de oorlog als kind jarenlang moest onderduiken. We herinnerden ons het pseudoniem Patrizio Canaponi, waarachter de in 1951 geboren Adri van der Heijden schuilging, en kwamen toen op de naam Joyce & Co., het schrijverscollectief dat halverwege de jaren zestig werd opgericht door Geerten Meijsing en Kees Snel. Snel gebruikte ook wel de naam Keith Snell, wat weer een pseudoniem is van Kees Robert Jozef Kanger Snel. Het mag duidelijk zijn dat het hier om slechts enkele voorbeelden gaat, maar dat er vele, vele andere zijn. Wil de schrijver zich verbergen achter zijn pseudoniem of is die ‘andere naam’ onderdeel van een ver doorgevoerde fictie? Zowel de vertelling als de verteller zijn fictie.  

Als redacteur werk ik met veel schrijvers. Het komt regelmatig voor dat iemand overweegt zijn werk te publiceren onder een andere naam. Eigenlijk altijd komt die wens voort uit onzekerheid. Moeten vader en moeder niet beschermd worden? ‘Als ik mijn eigen naam gebruik, weten ze direct dat zij geportretteerd zijn.’ Dat lijkt mij een verkeerde reden om voor een pseudoniem te kiezen. Als je de reactie van je omgeving vreest, kun je je verhaal beter niet aan het papier toevertrouwen. De meest succesvolle pseudoniemen zijn die waar de auteur compleet achter verdwijnt. De Nederlandse schrijfster Suzanne Vermeer publiceerde het ene na het andere spannende boek, maar het heeft tot zijn overlijden geduurd voordat bekend werd dat Paul Goeken de werkelijke auteur van al dat werk was. Sindsdien schrijft Suzanne gewoon door, maar de lezers weten niet wie haar pen vasthoudt.  

Deze column verscheen eerder in de Boekenkrant, editie november 2022

Berichten gemaakt 5342

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven