Het idee dat de literatuur op straat ligt is niet nieuw, maar zelden hebben mensen het zó letterlijk genomen als de organisatoren van het Internationaal Literatuurfestival Utrecht. Bij de opening van het festival, op vrijdag 23 september, zullen er in de Utrechtse Minrebroederstraat, in het middeleeuwse hart van de stad, tienduizend boeken op straat liggen. Titels die een tweede, of derde leven verdienen. Het moet een rivier van boeken worden. Een spektakel wordt het zeker.
Toen ik de nieuwsbrief van het ILFU las, moest ik denken aan de bijzondere rol die ‘plekken’ kunnen hebben in en rond verhalen. In 2012 publiceerden we bij De Arbeiderspers de roman Hotel Linda van Arjan Visser. Het desbetreffende hotel staat op de Stadhouderskade in Amsterdam, schuin tegenover de Nederlandse Bank. Altijd als ik er langs rijd, moet ik denken aan de publiciteitsactie die we organiseerden om het boek te promoten. Lezers konden zich opgeven voor een wandeling door het decor van de roman: de Stadhouderskade, de Pijp en de Rivierenbuurt. In het verhaal van Hotel Linda keert een zekere Jonah Jacobson vanuit Brazilië terug naar Amsterdam, vanwaar hij tijdens de oorlog gevlucht is. Zijn zoektocht naar een oude geliefde voert hem door de buurten achter het hotel. Samen met de auteur en een handje vol geïnteresseerden liep ik een middag door de roman van Arjan Visser en juist daardoor heeft het boek een speciale plek in mijn herinnering behouden. Bij de roman Where Angels Fear to Tread van E.M. Forster moet ik steevast denken aan San Gimignano, bij De toverberg van Thomas Mann aan Sils Maria en als ik iemand hoor praten over La Superba dan heb ik direct zin om af te reizen naar Genua. Van Armando kennen we de term ‘schuldig landschap’ en ook al is ieder landschap zonder enige schuld, toch begrijp je onmiddellijk wat de kunstenaar heeft bedoeld. In de nieuwe roman van Arthur Japin, Wat stilte wil, verdrinkt de hoofdpersoon zich in de vijver achter het huis van haar vader. Meer dan een eeuw later stond ik op die plek in Den Dolder. Ik herlas er het gedicht In de zwarte nacht is een mensch aangetreden dat Herman Gorter over diezelfde gebeurtenis schreef: ‘Bij een groot zwart water aan zijn zoom / heeft ze heel stil gestaan, / de lang geleden geboren boom / heeft het toen geraân’. Nooit eerder heb ik me zo direct verbonden gevoeld met een passage uit een roman.
Natuurlijk hoop ik dat iemand op 23 september iets moois opvist uit die boekenrivier in de Minrebroederstraat dat hem voor altijd bij zal blijven. Welk verhaal hij ook leest, het zal voorgoed verbonden zijn met de straat waar ik woon.