Erger dan een vergeten handdoek, onderbroek of kurkentrekker. Die kun je overal en altijd kopen. Boeken in de eigen taal niet. En zonder boeken kan ik niet. Ik neem ze mee zoals anderen aardappelen of pakken appelsap.
Wat voor iets (ont)spannends stop ik dit jaar in het krat? Blauwe Maandag van Nicci French is een must, maar al door mij gelezen. Carte blanche, de nieuwe James Bond door Jeffrey Deaver, gaat sowieso mee. Voor licht vermaak neem ik Nul uur, de nieuwe van Andy McNabb, en Koortsdroom van het duo Preston & Child. Vlaams vermaak kreeg ik al eerder met Dromen zijn bedrog van Stan Lauryssens, onterecht zeer ondergewaardeerd. Een zomer zonder slaap door Gouden Stropwinnaar Dehouck is ook al gelezen, dus blijft eveneens thuis. Van Nederlandse bodem is er Als de dood van Corine Hartman, De handen van Kalman Teller door Gauke Andriesse en Op klaarlichte dag, de nieuwe van Simone van der Vlugt. Daarbij nog Thilieux en Grangé uit Frankrijk om het horrorgehalte op te vijzelen en ik ben bijna klaar. Een Scandinaviër mag ik trouwens niet vergeten, en is er nog ruimte voor een Suzanne Vermeer, Bella Italia, of toch een enkele Amerikaan?
Voor elke gemoedstoestand gaat er iets in het krat. Gewoon mezelf met een boek. Dan is het leven goed. Heeft u al spannende plannen voor de zomer?
Gijs Korevaar
Deze column is afkomstig uit de Boekenkrant editie van juli 2011.