De boeken uit mijn jeugd zagen er anders uit. Tekeningen van jonge vrouwen in uitdagende jurken, bedreigd door schurken of juist gered door helden met gleufhoeden. Ik zeg: William P. McGivern, Mickey Spillane. Zegt het iemand nog iets? Het was de tijd van James Hadley Chase, van Raymond Chandler, van het nieuwe genre: de privé-detective, de ‘hardboiled’ thriller. De held – een morsige eenling in een verlopen kantoor met de drank in zijn bureaulade dicht bij de hand – kreeg klappen, ging neer, maar uiteindelijk was hij toch de winnaar en kreeg de bedreigde dame vrij. Het was het begin van een nieuw genre.
Iets later, de jaren zestig.
Ross MacDonald nam het stokje over van de onvergetelijke Chandler. Lew Archer werd mijn nieuwe held uit Californie. Tegelijk was daar John D. MacDonald met zijn ruwe held Travis McGee. Die woonde op woonboot The Busted Flush in Fort Lauderdale. Hij noemde zich iemand die verloren spullen opspoorde. Maar wat hij in feite deed: wie was bestolen kon bij hem aankloppen. Voor een deel van de opbrengst haalde hij geld en goederen terug. Dat was weer een nieuw genre: geen politieagenten of privé-detectives maar een eenling die voor rechtvaardigheid vocht. Van deze held rest nu nog slechts een bronzen plaat in het kantoor van de Bahia-haven in Fort Lauderdale.
Zijn hedendaagse schrijvers nog in staat tot zo’n vernieuwing? Dan heb ik het niet over een subgenre als rechtbankthriller of zakenthriller, maar een echte vernieuwing van het genre. Mijn antwoord: Ja. De wereld van de thriller is jaren en jaren gedomineerd door mannen. De stoere mannen redden de mooie vrouwen. Een nieuw genre gaat uit van stoere vrouwen die zichzelf – of anderen – redden. De eer komt Saskia Noort toe die daarmee in Nederland de toon heeft gezet. In Vlaanderen probeert nu Anja Feliers die mannelijke burcht te nemen. In de Scandinavische landen hebben grootmachten als Anne Holt, Liza Marklund en Camilla Lackberg al lang aangetoond dat er nog iets anders bestaat naast de ‘hardboiled’ thriller.
Maar waarom krijgen de huidige schrijfsters van de vrouwenthriller er in de media zo van langs. Er lijkt niets van hun werk te deugen. Ze bazelen, houden zich niet aan ‘show don’t tell’ principes, er is te veel en te expliciete seks, aldus de criticasters. Maar ach, wat maakt die kritiek verder ook uit. ‘Mannen winnen prijzen, vrouwen verkopen boeken’, heeft ooit Karin Slaughter mij in een impromptu interview toevertrouwd. En zo is het blijkbaar nog steeds.
Gijs Korevaar