Column Aefke ten Hagen: Kom hier

Ik kan hem ongegeneerd chanteren met een doosje rozijntjes. Zodra we een boekwinkel in lopen, haal ik een doosje uit mijn tas.

Daar is hij dan zeker tien minuten zoet mee. Zijn broer ligt rustig in de wagen. Ik sla mijn slag en begin met het lezen van de achterflappen. Ik heb natuurlijk helemaal niets nodig. Er is niemand jarig, ik zit zelf niet om leesvoer verlegen en ik heb ook geen tijdgebrek. Maar ik moet. Ik pak het eerste boek alsof ik een reep chocola vasthoud en begin te lezen. Vanuit mijn rechterooghoek zie ik dat hij het doosje rozijntjes nog niet los heeft. Ingespannen pulkt hij aan de opening. Hij wil het toch zelf doen.
Ik heb boek één al onder mijn arm. Die houd ik bij me. Voor de zekerheid. Ik ben een boekjunkie. Verslaafd aan letters.
En dan zie ik het boek waar ik zoveel moois over heb gehoord op Facebook. Kom hier dat ik u kus. Ik lees de achterflap en begin met de eerste pagina. Er wil iemand langs. De kinderwagen staat in de weg. Ik glimlach mijn bijna onbeleefde nieuwsgierigheid naar dit boek weg. Ik lees verder. In mijn ooghoek zie ik dat het doosje open is. Opschieten moet ik.
Vanaf de eerste alinea van de veelbelovende roman ben ik verkocht. Ik moet lezen. Ineens begrijp ik al die verdorven ouders die hun kinderen voor de televisie zetten.
Ik maak geen keuze. Ik neem twee boeken. De laatste thriller van Esther Verhoef, omdat het fijn is om af en toe een spannend boek te lezen. En Kom hier dat ik u kus moet ik alleen al om de titel op de toonbank leggen. Hoe kan iemand zoiets moois bedenken.
Onderweg naar huis branden de boeken in mijn tas. Als chocolade in de middagzon. Als kleedgeld in de broekzak van een zestienjarig meisje. Thuis gekomen schiet heel even de schandelijke gedachte door mijn hoofd om een migraineaanval te veinzen en met Kom hier dat ik u kus onder de dekens te verdwijnen. Te lezen tot het boek uit is en mijn gezin heel even harteloos in de steek laten. In plaats daarvan pak ik mijn tas uit, geef ik mijn kinderen te eten en leg ik het boek dat ik als eerst ga lezen op de lege woonkamertafel. Daar wacht Kom hier dat ik u kus heel beleefd tot ik leestijd heb.
Mijn man komt thuis.
‘O nee he. Heb je dat boek gekocht?’ zegt hij weinig charmant.
‘Hoezo?’ In mijn hoofd klinken alvast verdedigende zinnen.
‘Die heb ik voor je besteld. Als verrassing. Morgen komt het binnen.’
‘Kom hier,’ zeg ik. ‘Dan geef ik je een kus’

Deze column verscheen eerder in de Boekenkrant, editie juni 2015

Berichten gemaakt 867

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven