Boekfragment: Maanman

Maanman is een ontroerende roman over de verwarring van een jong meisje dat met de psychotische ontwikkeling van haar vader wordt geconfronteerd. De liefde van de tienjarige Margot voor haar vader die kunstschilder is en zich door weinig mensen begrepen voelt, wordt zwaar op de proef gesteld. Vader August is grappig en vrolijk, maar soms doet hij zo eigenaardig, dat ze er bang van wordt.

Hij fietst aan de overkant. Ik weet dat hij het is, want zijn zwarte krullen zitten in de war, en hij rijdt voorovergebogen op zijn fiets, zoals hij doet, alsof hij tegen de wind in moet trappen, terwijl er helemaal geen wind is. Ik stop meteen en trek mijn fiets op de stoep. Ik wil roepen, maar er rijden allemaal mensen langs en die zouden dat gek vinden. Die zouden denken: wat staat dat kind daar te zwaaien en te schreeuwen. En hij zou toch niet omkijken. Want zo fietst hij. Alsof hij niet gaat omkijken. Hij hangt helemaal over zijn stuur, en hij trapt en hij trapt. En hij zou het ook niet horen, want er rijdt net een grote vrachtauto langs. Die remt, en piept en kraakt, en nou kan ik papa niet zien. O, nou weer wel; nou is de auto voorbij. Maar ik zie alleen nog maar zijn rug. Omdat hij de hoek omgeslagen is, de Borneostraat in. Nou is het te laat.

Wat deed hij op de Sumatrastraat? Dat is hartstikke ver van huis. Woont hij daar? Heeft hij daar een atelier? Waarom keek hij niet om? Hij had toch om kunnen kijken. ‘Hé, Gootje,’ had hij over zijn schouder geroepen. Hij had zijn fiets gestopt door zo, meteen, zijn voeten van de trappers te laten vallen, en nog een huppeltje te maken, tot hij stil stond met de stang tussen zijn benen. Dan ging hij staan zwaaien en hopsen om die fietsstang heen. Ik wilde dan meteen oversteken. Meteen. Dan moest ik goddomme nog uitkijken voor de auto’s. Maar dan was papa al naar mij overgestoken. Die was dan veel vlugger en bijdehanter, want ik stond nog te stuntelen op de stoeprand. Terwijl hij er al zou zijn. Terwijl hij mij in zijn houdgreep zou klemmen dat ik er haast niet van ademen kon. Terwijl ik zijn muffe jasje ruiken zou, en zijn vettige haar. En dan? Wat zou hij dan zeggen? Maar hij hoeft niks te zeggen. Hij hoeft mij alleen maar vast te houden, en met mij mee naar huis te gaan, zodat we mama kunnen verrassen. Zodat mama in de deuropening kan staan en haar armen gekruist voor haar borst kan slaan en haar ogen en haar mond rond maken voor een heel lang ‘Ooohhhh…’ Hij hoeft mij alleen maar achterop zijn fiets te nemen, en te slingeren omdat hij telkens achterom kijkt, omdat hij zo blij is me te zien. Omdat hij ons zo gemist heeft. Omdat hij zo naar huis verlangt.

Bekijk hier de boektrailer van Maanman.

maanmanfront

Boekgegevens

Kieke Plooij, Maanman, Uitgeverij De Brouwerij, ISBN 978 90 789 0582 0 (€ 19,99)

Berichten gemaakt 5308

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven