Boekfragment: Goed volk

Mensen die hun eigen weg gaan, Arthur Japin voert ze niet alleen op in zijn romans, ook in het dagelijks leven kruisen ze zijn pad. In Goed volk is daarvan een bonte verzameling bijeengebracht. Hier figureren vorsten en zwervers, politici en koninginnen van de nacht, maar ook schrijvers als Alberto Moravia of Colm Tóibín. Zelfs de moeder van Poetin. In 28 korte reisverhalen en notities van over de hele wereld en door de jaren heen schetst Japin zijn ontmoetingen met enkelingen die hun eenzaamheid tot schitterend gebrek maakten.

De moeder van Poetin
‘Vova was van een andere man,’ zegt de moeder van de president van Rusland, ‘daarom kon mijn echtgenoot hem niet uitstaan.’ Haar gezicht is gegroefd. Ze lijkt ouder dan haar zevenenzeventig jaar. Ze schuift me een schaal toe vol druiven die ze net geplukt heeft.
Vera Poetina woont in Metheki, een arm boerengehucht in de Kaukasus, enkele uren rijden van de Georgische hoofdstad Tbilisi. We zitten we in haar wijngaard rond een tafel die ze heeft gedekt met een lap plastic.
Haar dochter Luba, als twee druppels water de Russische leider, schenkt vers druivensap. Iedere keer, wanneer de oude vrouw spreekt zakt haar kin naar haar borst, alsof de herinnering aan Vova, zoals zij Vladimir Poetin noemt, haar dodelijk vermoeit. Maar tussen de zinnen door kijkt ze je aan met een sprankelend blauwe blik.

‘Ik was mecanicien in Perm. Daar ontmoette ik mijn man, een Georgiër. Vova was vijf jaar toen wij hierheen kwamen. Vraag maar aan de mensen uit het dorp die bij hem in de klas hebben gezeten. Maar mijn man en hij… het ging niet. Toen hij tien jaar werd, hebben mijn ouders hem opgehaald en mee naar Rusland genomen. Zodra zij stierven is alle contact gestopt.’ Diep zucht ze. ‘Zomaar mijn verhaal vertellen valt me te zwaar. Vraagt u maar wat u over mijn leven wilt weten en dan deel ik het wel met u. Beetje bij beetje lijkt alles lichter.’
‘Ik zag hem het eerst,’ vult Luba aan. ‘Op televisie toen hij tot eerste minister werd gekozen. Het was alsof ik mezelf zag, maar dan een paar jaar ouder. Ik belde mijn moeder en riep: “Mamma, ik heb Vladimir gevonden!” Toen hoorde ik niets meer. Ze was flauwgevallen.’
‘Na al die jaren!’ verzucht de moeder, ‘Ik kon het niet geloven. Maar toen zag ik de kranten. Ik heb de foto’s gekust tot mijn lippen er zwart van waren. Ik heb mijn eigen foto’s tevoorschijn gehaald en voor het eerst in al die jaren heb ik mensen verteld over de zoon die ik was kwijtgeraakt.’
‘Ze was te gelukkig om haar mond te houden.’
‘Eerst kwamen alle mensen uit de buurt langs, toen journalisten en ten slotte kwam de KGB. De eerste keer deden zij zich voor als zakenlui. Ze wilden de foto’s kopen, zijn schriftjes, alles van vroeger, en ze boden een groot bedrag. Mijn foto’s! Alles wat ik van mijn jongen heb! Ik heb ze uit huis gezet en alles zo snel ik kon in veiligheid gebracht op een geheime plaats in Tbilisi. Daarna zijn ze vaak terug geweest. Ze hebben ons onder druk gezet om te zwijgen. Eerst dreigden ze met geweld, toen met boetes en ten slotte werkten ze op mijn gemoed. Als ik werkelijk Vova’s moeder was, zeiden ze, moest ik toch om zijn toekomst denken en om die van zijn land. Toen hij aan de macht kwam heeft hij een officiële biografie samengesteld. Daarin was voor mij geen plaats. Er zijn zelfs foto’s van hem met “zijn ouders”, waarvan hij beweert dat die inmiddels zijn gestorven. De KGB-agenten legden ze voor me op tafel. Ik dacht dat mijn hart uit mijn lijf werd gescheurd.’

Ik heb geen enkele reden om aan deze vrouw te twijfelen. Zijzelf gelooft in elk geval volledig in haar verhaal. Als zij slechts een wanhopige moeder is die ooit haar zoon is kwijtgeraakt en hem meent te herkennen in de Russische president, dan is haar verhaal misschien zelfs nog aangrijpender.

‘In het dorp word ik uitgelachen. Ik kan niet meer van het erf af. De dreigementen en de hoon, ik kan het niet meer aan. Mijn man is er gek van geworden. Dit voorjaar hebben wij hem begraven. Vroeger zei hij al dat “dat kind” van mij nog een keer zijn einde zou worden en hij heeft gelijk gekregen.’
‘Denkt u niet dat hij u even erg mist als u hem?’
Ze kijkt weg. Haalt haar schouders op.
‘Ik heb me erbij neer gelegd dat ik Vova in dit leven niet meer zal zien. Hij kan dat niet. Wat hem betreft ben ik dood. Dat begrijp ik wel. Zo is het beter voor hem. Hij moet om zichzelf denken. Mijn zoon moet om zijn carrière denken. Daar pas ik niet in. Dat begrijp ik wel.’
Ze huilt zoals oude mensen huilen, geluidloos en zonder merkbare overgang. De november zon breekt door, schijnt laag over het land en strijkt over de voren in Vera’s gezicht.

Beeld: Marc Brester

Goed Volk

Boekgegevens

Arthur Japin, Goed volk, Uitgeverij Magonia, 160 pagina’s, ISBN 978 94 92241 06 1 (€ 17,95)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie april 2016.

Berichten gemaakt 5307

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven