Boekfragment: De betovering van Kerstmis

Een ontmoeting in Carrick Park Hotel met een knappe man die haar vreemd bekend voorkomt, zet Ailsa’s leven volledig op zijn kop. Haar eenzame Kerst wordt dankzij Ned betoverender dan ooit…

Ailsa voelde de warmte van de glühwein naar haar maag zakken en ze glimlachte over haar glas heen. Die ogen! Ned staarde haar recht aan en ze voelde haar wangen branden, wat ook kon liggen aan de alcohol.
Ze trok haar blik van hem los en staarde in het vuur. ‘Normaal laten ze die pook niet bij het vuur liggen,’ mijmerde ze.
‘Gewoon zo laten,’ antwoordde Ned. Hij legde de pook in de koperen emmer naast de open haard en ging zitten. ‘Zijn die belkoorden er eigenlijk nog in de gangen beneden? Ik ben hier vaak geweest, maar natuurlijk nooit daar! Ik weet dat veel van dit soort oude gebouwen de bellen laten hangen.’
‘O, ze hangen er nog. Ik loop er vaak langs. De kantoren zijn ook die kant op. Als het ’s avonds laat is en ik alleen ben, ren ik er eerlijk gezegd vaak langs. Ik denk dan steeds: wat als er eentje ineens begint te rinkelen? Dan sprint ik waarschijnlijk regelrecht naar de achteruitgang. Er is daar een klein pleintje en het verhaal gaat dat er vroeger in het midden een fontein stond.’
‘O ja, de engelfontein.’ Ned knikte bedachtzaam. ‘Dat was vast prachtig.’
‘Ik wilde dat die er nog stond, maar hij is kapotgegaan in de jaren zestig van de negentiende eeuw. Zo jammer.’
‘Ja, het is jammer wanneer zoiets gebeurt.’ Ned keek naar het boek over Carrick Park, pakte het op en bladerde er doorheen. ‘Het zou mooi zijn als ze wat foto’s van de fontein hadden gehad, hè?’
‘Ik denk dat fotografie toen pas net aan het opkomen was.’ Ailsa nam nog een slok, terwijl ze erover nadacht. ‘Er is best veel verloren gegaan, hè? Gelukkig hebben we nu zelfs camera’s op onze telefoons.’
‘Ja. Tenzij je goed kon schilderen gingen al die kleine momenten verloren.’
‘We zien mensen van vroeger als zulke statische figuren wanneer we die oude schilderijen bekijken. Het is lastig om je ze voor te stellen als mensen die echt leefden en ademden.’ Ailsa dacht aan Lady Eleanor, bevroren in de tijd in haar trouwjurk op het portret boven de trap. Het was niet de eerste keer dat ze wilde dat ze Lady Ella kon ontmoeten, maar dan wel in levenden lijve. Niet als geest. Ja, een levende Ella zou geweldig zijn.
Ze wilde haar gedachten delen met Ned toen ze realiseerde dat zijn aandacht getrokken was door iets achter haar.
Ailsa volgde zijn blik en toen hij zijn mond opende, klonk hij verbaasd. ‘Nou ja, geloof het of niet, maar het sneeuwt.’
‘Echt?’ Ailsa zette haar glas neer en sprong overeind. Ze rende naar het raam toe. ‘Inderdaad! Ik vraag me af of het blijft liggen.’
‘Ik heb het hier wel eerder hevig zien sneeuwen.’
Ailsa voelde dat hij naast haar was komen staan en zag hem toen naar het raam toebuigen om naar buiten te kijken. ‘Ik heb geen idee of het echt zal blijven liggen. Het zal waarschijnlijk smelten op het asfalt.’
‘Misschien maar goed ook. We willen niet dat gasten het hotel niet kunnen verlaten. Of niet hier kunnen komen. Dáár moeten we ons eerder zorgen over maken.’
‘Ik kan wel slechtere plekken bedenken om vast te zitten.’ Ned glimlachte, draaide zich om en leunde tegen de vensterbank met zijn armen over elkaar geslagen.

Boekgegevens

Kirsty Ferry, De betovering van Kerstmis, vertaling: Nikki Greveling, Choc Lit NL, 120 pagina’s (€ 10,00)

Dit boekfragment verscheen eerder in de Boekenkrant, editie december 2019.

Berichten gemaakt 5342

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven