BOEKFRAGMENT – Claire Polders – Eeuwige Kermis

BOEKFRAGMENT:

Julia stond op de drempel en spiedde de kajuit in. Daar lag haar vader, de man die nog weken, wellicht maanden, hooguit een jaar had. Van hem moest ze afscheid nemen, maar wie was hij eigenlijk? Gisteren had Troy haar in een sms een vraag gesteld die haar bij gebrek aan een bevredigend antwoord was blijven achtervolgen: ‘Wat voor man is Hans Hollander?’
Wanneer ze aan haar vader dacht, zag ze hem in actie; op zijn jacht met de schoot in zijn hand, achter een bankschroef in zijn klushok, aan de keukenbar met een enorme wokpan voor zich. Of ze herinnerde zich de vage anekdotes van vóór haar tijd; het verhaal van de kerkklok en de transformatie tot havenmeester. Wanneer ze op zijn karakter inzoomde, zag ze enkel een potloodschets. ‘Hij is vriendelijk en vol humor’, had ze geschreven en Troy had geantwoord: ‘Alsof je mijn buurman beschrijft.’
Het was waar. Als kind had ze haar vader voor lief genomen en als volwassene had ze geen moeite gedaan om uit te vinden wie hij was. Wat waren zijn nachtmerries, zijn geluksmomenten, zijn gênantste dieptepunten? Was het te laat om hem alsnog te leren kennen?
Aarzelend liep ze op het bed toe waar hij lag te dommelen en vlijde zich naast hem neer. Ze ging in zijn arm liggen. Niet in zijn armen, want in de linker zat het infuus. Haar wang raakte zijn schouder zonder dat ze het gewicht van haar hoofd op zijn botten liet rusten. Haar hoofd was veel te zwaar voor zijn broze gestel.
‘Hang niet zo aan hem’, had Vicki ooit gezegd. De oudere kinderen mochten hun vaders rug niet belasten, want die rug moest ook het jongste kind nog dragen wanneer dat groter werd.
‘Waarom dring je je telkens tussen hen in? Laat Julius ook eens naast je vader staan.’ Dat was een andere opmerking geweest die Julia nooit was vergeten. Het ging over de slagorde waarin ze tijdens de afwas de borden droogden. Wat een onschuldige gewoonte leek werd als egoïsme veroordeeld.
‘Vind je niet dat je daar nu te oud voor bent?’ Nee, dat vond Julia niet, want zij had het boekje over correct gedrag waaruit deze regel afkomstig moest zijn, nooit gelezen. Als ze had geweten dat meisjes van tien tijdens een spannende film niet op hun vaders schoot behoren te kruipen, had ze zich vast wel ingehouden. Wanneer de boot bij harde wind schuin ging, verborg Julia zich voortaan in de punt.
Maar nu lag ze daar dus, licht euforisch dat ze dit had gedurfd, met haar wang op de schouder van haar vader en haar neus op zijn huid, om te wennen aan zijn nieuwe geur waarin ze nu toch ook iets vertrouwds ontwaarde. En de stervende maakte het haar gemakkelijk door te blijven dommelen, of te doen alsof.
Julia dacht aan de plakkerige glazen rum die ze met Troy op het eiland had gedronken en aan de heerlijke onwetendheid die haar toen nog bedwelmde. Een warme golf steeg op in haar borst en beschaamd transformeerde ze haar hart weer tot een hardkoud klompje. Met gesloten ogen wachtte ze op het moment dat de pijn in haar nek, van het krampachtig omhooghouden van haar hoofd, zo hevig werd dat ze gedwongen zou zijn zich uit de arm van haar vader los te maken.

Claire Polders, Eeuwige Kermis, Uitgeverij De Geus, ISBN 978 90 445 1690 6 (€ 18,90)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven