Het Boekenbal voor Lezers vormt de traditionele afsluiting van de Boekenweek. Afgelopen zaterdag mocht Pieter Steinz met het doorknippen van een lint het feest in Haarlem officieel openen.
Het Boekenbal voor Lezers heeft misschien nog niet de mythische status van het Boekenbal in de Amsterdamse Schouwburg, maar voor lezers is er veel moois te ontdekken. Wie zich letterlijk door de mistflarden van de rookruimte durft te reppen, treft in de kleinere zaal van het Energiehuis een podium voor nieuw talent aan. Hier presenteren boekhandels uit de omgeving van Haarlem opkomende auteurs die volgens hen een breder publiek verdienen. Vanavond wordt bovendien voor het eerst de Boekhandelsprijs uitgereikt: een award waarbij enkel de stemmen van boekhandelaren gelden. Boekhandelaar Gerda Aukes van boekhandel Den Boer in Baarn is de initiatiefneemster van deze nieuwe onderscheiding in het boekenvak. Ze legt uit dat het de bedoeling is dat juist die pareltjes die niet uitgebreid in de media verschijnen door middel van deze prijs een podium krijgen. En vanavond is dat podium voor Jaap Robben – met zijn boek Birk wist hij maar liefst een kwart van de stemmen binnen te slepen.
Boekhandel Athenaeum brengt onder andere talent Lieke Marsman voor het voetlicht. Het programmaboekje vermeldt dat Marsman de kroonprinses van de poëzie wordt genoemd. Uit haar voordracht blijkt dat ze deze titel meer dan waardig is. De gedichten die ze voordraagt zijn toegankelijk en Marsman verlevendigt deze nog verder door toe te lichten hoe ze tot stand zijn gekomen. Bij een voordracht over liefdesverdriet vermeldt ze bijvoorbeeld dat ze zelf niet echt zo depressief is als het gedicht doet voorkomen, wat haar gegniffel uit de zaal oplevert. Even verderop dragen dichters Erik Jan Harmens en Hélène Gelèns niet alleen voor uit eigen werk, maar laten ze zich ook inspireren door het thema van de Boekenweek: waanzin. Harmens leest voor uit het werk van Jan Arends, die gekweld door psychische ongemakken een einde aan zijn leven maakte. Gelèns heeft gekozen voor het werk van de Zuid-Afrikaanse Ingrid Jonker. Net als Arends werd ook zij gekweld door een psychische stoornis. Met het voordragen van zijn eigen werk raakt Harmens een luchtigere snaar. Zo vertrouwt hij de toehoorders toe dat het zijn grote droom was om een gedicht te schrijven met het woord ‘hoppa’ erin.
Het meest verrassende optreden van de avond staat op naam van Gustaaf Peek en Gerrie Hondius. Peek draagt voor uit zijn roman Godin, Held en zandtekenares Hondius voorziet deze van prachtige zandillustraties, die op het scherm achter Peek worden getoond.
Boekenweekauteur Dimitri Verhulst vormt het slotstuk van de avond. Enigszins vermoeid en grieperig stapt hij het podium op om te worden geïnterviewd door Toef Jager. Voor Verhulst, die deze week overal in het land zijn opwachting maakte, is het duidelijk wat de Boekenweek betekent: ‘De Boekenweek heeft duidelijk een plaats in het Nederlandse culturele erfgoed, net zoals de Elfstedentocht en de volkszangers uit de Jordaan’.
De lezers moeten het vanavond helaas wel doen met een feest waarbij de grandeur van een echt bal enigszins ontbreekt. De opening van Steinz zet aan het begin van de avond de juiste toon, maar er is geen glitter en glamour zoals je die ziet bij het Boekenbal aan het begin van de Boekenweek. Met optredens van Hanna Bervoets, Kader Abdolah, Gustaaf Peek en Dimitri Verhulst lijkt het evenement meer op een literair festival. Schrijvers dragen voor, worden geïnterviewd en signeren hun boeken, en de avond begint pas te swingen rond middernacht met het afsluitende optreden van de band De Kift.
Toch is het mooi dat er een Bal wordt georganiseerd waarbij schrijver en lezer elkaar kunnen ontmoeten. In het interview met Toef Jager benadrukt Dimitri Verhulst het belang van dat contact, dat zich eigenlijk niet zou moeten beperken tot de Boekenweek. Want, zoals Verhulst terecht opmerkt: ‘De schrijver kan niet zonder zijn lezer en de lezer niet zonder schrijver.’