Liefde in slavernij is een historische roman. Jan Willem en Pieter Hendrik de Bye arriveerden halverwege de achttiende eeuw in Suriname. Ze werden na hun dood begraven in de Nieuwe Oranjetuin in Paramaribo. 250 jaar later ontdekt John H. de Bye, een nazaat van hen, bij toeval hun graf. Hij besluit het leven van zijn stamvaders te reconstrueren. Met hulp van de Raad van Politie en de civiele Justitie in Suriname vond hij documenten die onthulden hoe het leven in de achttiende eeuw eruit heeft gezien.
De Surinaamse samenleving van toen was gebaseerd op de slavernij, een samenleving die wreed was voor de door de blanken onderdrukte zwarten. Hun lot werd door iedereen genegeerd – een lot dat zij niet zelf konden bepalen. Maar dat gold ook voor veel blanken, voor wie het leven bijna net zo zwaar was. Zo bleken blanke paters na aankomst het gemiddeld twee jaar uit te houden tot hun begrafenis. Een op de vijf zeelieden overleefde de zeereis niet, velen raakten gewond of uitgeput. En de blanke matrozen werden na aankomst nauwelijks beter behandeld dan de zwarte slaven. De cynische ondertoon van Liefde in slavernij: het recht van de sterkste geldt, en het maakt niet uit welke huidskleur die sterkste heeft. Maar liefde overwint alles.
John H. de Bye, Liefde in slavernij, Uitgeverij Conserve, ISBN 978 90 542 9302 6 (€ 19,95)