Dichter Pierre Kemp (1886-1967) was een buitenstaander. In het dagelijks leven werkte hij op het loonbureau van een steenkolenmijn in Zuid-Limburg, was hij getrouwd en vader van drie kinderen. Als een kluizenaar schreef hij aan zijn poëzie. Eén leven was niet genoeg voor Kemp: hij leidde een dubbelleven, één binnen en één buiten de poëzie, en hij speelde met het materiaal dat tot zijn gedichten zou leiden. De houding van zijn kluizenaarsbestaan als dichter had hij nodig om in de schaduw die zijn muren opwierpen, het spel te spelen dat hem op de been hield. Vanuit het establishment kreeg hij de eer toebedeeld die hem toekwam: in 1954 ontving hij – ironisch genoeg – de Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam, het circuit dat hij als mens wilde vermijden. In 1956 volgde de Constanijn Huygensprijs, en in 1958 kreeg hij de P.C. Hooftprijs.
Critisch
Ik voel mij door het licht verplicht
te leven,
maar eer ik me aan die plicht om ’t licht
wil geven,
moet ik weten, of het nog anders is
dan in brand gevlogen duisternis
Wiel Kusters, Pierre Kemp, Een leven, Uitgeverij Vantilt, ISBN 978 94 600 4044 3 (€ 39,95)