De titel, Dood van een leraar, is enigszins misleidend. In het verhaal overlijdt er weliswaar een docent onder dubieuze omstandigheden, maar verwacht in geen geval een whodunit met een thrillerachtige spanningsboog. Dood van een leraar is een interessante mix van een Bildungsroman en een schets van het hedendaags onderwijs in Nederland. In de Bildungsroman wordt hoofdpersoon Freek Moedrijk gevolgd in verschillende stadia van zijn leven; zijn puberjaren, zijn jaren als filosofiestudent, de tijd als net afgestudeerd werkzoekende en zijn tijd als docent aan een middelbare school, de periode die uitgebreid aan bod komt. Het is in die periode dat de symbolische werking van de titel gezocht kan worden.
Veel meer dan op het overlijden van een van Freeks collega’s, slaat die titel op het overlijden van zijn idealistische voorstelling van het leraarschap. Zijn beschrijving van de mores in de docentenkamer op het Swammerdam College is ontluisterend. Docenten gaan zich te buiten aan roddel en achterklap en pesterijen en lijken op geen enkele wijze gemotiveerd om het beste uit hun leerlingen te halen. De school wordt volledig in beslag genomen door een strijd tussen de oude garde (dicteren, orde en gezag) aan de ene kant en de jonge generatie (nieuwsgierigheid kweken, inspiratie) aan de andere kant.
Aan die mix van Bildungsroman en onderwijsschets vergrijpt Offermans zich. Hij lijkt zoveel te willen vertellen dat Dood van een leraar nogal wat losse eindjes kent, die nergens aan vastgeknoopt worden. Van Freeks plotseling per ansichtkaart opgedoken schoolliefde Minnie is vanaf de tweede helft van het boek geen spoor meer te bekennen, en een turbulente vlucht naar Spanje met vrouw en kind wordt nog geen halve pagina later afgesloten met een gigantische anticlimax en een applausje voor de piloot. Tussendoor strooit Moerdijk met korte verhandelingen over filosofie, muziek, kunst, en architectuur, waarbij hij maar wat graag zijn kennis van die zaken etaleert. Hoewel ze het ritme van het verhaal niet ten goede komen, zijn het die overpeinzingen die Dood van een leraar overeind houden, samen met Offermans’ onmiskenbare stilistische kwaliteiten. Elk woord in de roman is grondig gewogen en goed gekozen, waardoor prachtige, gewichtige zinnen ontstaan als deze: ‘Bij gebrek aan reële aanknopingspunten voor hun nieuwsgierigheid en zinvolle motieven voor hun fantasie, zochten ze het noodgedwongen in zelfbedachte, verboden oefeningen, in een soort surrealistische ondermijning van het gezag, waarvan ze de kick niet meer konden missen.’
Die ene zin illustreert perfect de kracht en de tekortkomingen van Cyrille Offermans als schrijver; te omslachtig en onpersoonlijk om een soepel en spannend verhaal te creëren, maar te weloverwogen en te stilistisch om voor onkundig te worden versleten. Het voordeel van de twijfel is hem, na dit romandebuut, zeker gegund.
Cyrille Offermans, Dood van een leraar, Uitgeverij Cossee, ISBN 978 90 593 6298 7 (€ 19,90)