‘Als een boek eenmaal in mijn kop zit, moet het eruit!’

‘Now’s the Time.’ Met dit motto van kunstenaar Jean-Michel Basquiat opent Onder een hemel van sproeten, de nieuwe roman van Alex Boogers. In het verhaal over de Surinaamse Harvey, het tienermeisje Amy en de vogelaar Jacob klinkt inderdaad een sterke boodschap: nu is het moment om de maatschappij te veranderen.

Vanuit het perspectief van deze drie personages vertelt Boogers een verhaal waarin door discriminatie ingegeven geweld een grote rol speelt. De centrale locatie is een polder nabij Rotterdam, waar een op het eerste gezicht ongewone vriendschap ontstaat tussen de oude man Jacob en de vijftienjarige Amy. Mede door het perspectief van haar vriend Harvey kom je als lezer steeds meer te weten over de gedeelde trauma’s van deze personages en hun pogingen elkaar tegen de klippen op te helpen.

Boogers en ik spreken af in café Guliano in Rotterdam – een locatie die ook een rol speelt in de roman. Bij binnenkomst vertelt de auteur dat hij met het schrijfproces van Onder een hemel van sproeten een snelheidsrecord gebroken heeft. Door het succes van zijn vorige roman Alleen met de Goden had hij het afgelopen jaar namelijk een volle agenda en kreeg hij te maken met tijdsdruk. ‘Ik was alleen maar bezig met lezingen geven, dus het boek dat in het voorjaar gepland stond, liep ernstige vertraging op,’ vertelt hij. ‘Mijn uitgever vroeg of we het konden verplaatsen naar het najaar, maar dat was alsnog krap. Toen heb ik het boek er toch weer in een aantal maanden uit geramd, ook al had ik me voorgenomen om minder geobsedeerd aan het manuscript te werken. Kennelijk lukt dat niet.’

Heb je niet overwogen om meer uitstel te vragen?
‘Als het boek eenmaal in mijn kop zit dan moet het eruit. Heb je weleens naar een amandel gekeken die aan een boom groeit en die je niet plukt? Die gaat helemaal indrogen en verschrompelen, die valt uiteindelijk van de tak en dat ziet er heel vies en smerig uit. Dat gebeurt er met een verhaal op het moment dat je hem niet plukt.’

Jouw vorige boek noemde je ‘het eindboek’. Hoe was het om daarna weer verder te gaan met schrijven?
‘De term ‘’eindboek’’ wees er niet op dat Alleen met de goden mijn laatste boek werd, maar dat alle thema’s die in mijn vorige boeken terugkeerden, hierin samenkwamen. Ik had ook nog nooit zo’n dik boek geschreven. Ik dacht: zoals ik het nu doe, kan ik het niet nog een keer doen, dit is het. Ook zaten er veel autobiografische elementen in dat verhaal, en ook dat is waarschijnlijk voor het laatst geweest op die manier. Dus nu ben ik eigenlijk werkelijk bevrijd. Het schrijven gaat nu pas beginnen.’

Onder een hemel van sproeten is een boek geworden waar veel maatschappelijke thema’s in verwerkt zitten, zoals racisme en sociale ongelijkheid. Hoe kreeg je het idee daarvoor?
‘Ik ben in een streng arbeidersmilieu opgegroeid, in een van de eerste migrantenwijken van Vlaardingen. Daar leerde ik een Surinaamse jongen kennen die mijn beste vriend werd. Wij hebben toen samen discriminatie meegemaakt. Mensen van buitenaf zeggen dan: ‘’dat kun je niet weten, want jij bent blank.’’ Maar dan is mijn antwoord daarop: ‘’dat kun jíj niet weten, want jij komt uit een totaal ander milieu dan wij.’’
‘Jaren later heb ik mijn vriend nog eens ontmoet en toen hebben we het over al deze zaken gehad. Eigenlijk ontstond voor mij daar de kiem van dit verhaal. Niet dat het donkere personage in Onder een hemel van sproeten is gebaseerd op mijn vriend, dat sowieso niet, maar de angsten waarmee zo’n jongen rondloopt, dat komt daar wel vandaan.
‘De grap is: mensen noemen mij vaak ‘‘de kickboksende schrijver’’ [Boogers geeft naast het schrijven kickbokstraining – red.], maar het vechtsporten is gekomen doordat mijn beste vriend steeds in elkaar werd geslagen. Hij wilde zich toen leren verdedigen en ik ben met hem meegegaan. Dus de aanleiding om dat te doen was niet omdat ik zo’n agressief jongetje was, maar omdat we ervan langs kregen.’

Wat hoop je dat het boek teweegbrengt?
‘Ik wil geen boeken schrijven die alleen voor mij zijn, ze zijn altijd voor die ander, de vreemdeling daarbuiten, de zonderling, de eenling, het meisje dat dacht dat ze niets kon bereiken, de jongen afkomstig van migrantenouders die een achternaam heeft die Arabisch klinkt. Stel je voor dat die persoon per ongeluk op een boek van mij stuit en het kan iets voor hem betekenen, waardoor hij net even anders naar de dag kijkt. Dan heb je echt veel voor elkaar gekregen.
‘Naar aanleiding van Alleen met de goden kreeg ik bijvoorbeeld een berichtje van een jongen met een Marokkaanse naam, die schreef dat hij op school Alleen met de goden had gelezen. Hij vertelde dat het boek hem echt inzicht had gegeven, want hij dacht dat kaaskoppen het altijd goed hadden en door dat boek zag hij dat dit niet zo was. De kloof is blijkbaar zo groot dat zo’n Marokkaanse jongen werkelijk denkt dat het leven voor elke Nederlander met een blanke huidskleur een gelopen race is. Dat hij mijn boek ontdekt, leest, uitreikt, en dan daarna net iets anders naar de wereld om hem heen kijkt. Dat vind ik rijkdom.’

Foto: Lenny Oosterwijk

Boekgegevens

Alex Boogers, Onder een hemel van sproeten, Uitgeverij Podium, 374 pagina’s (€ 19,99)

Dit interview verscheen eerder in de Boekenkrant, editie november 2017.

Berichten gemaakt 867

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven