Edith had in 1987, bij hun ontmoeting, haar carrière opgegeven om haar Ware Liefde voor de volle 100% te beleven. Nu zal Vinkenoogs been worden geamputeerd en wacht het paar een zware beproeving. Als ze de eerste bladzijden van het dagboek volschrijft, kan ze nog niet bevroeden wat haar en, vooral, Simon Vinkenoog, te wachten staat.
De avond nadat ze het bericht hebben gehoord, schrijft Edith Ringnalda in haar dagboek:
‘De grote lamp heb ik aangedaan om nu te kunnen schrijven. ‘Ik ben niet bang, voor niets en niemand. Ook niet voor de toekomst,’ zei ik tegen vriend Peter Warnaar, die ik als eerste opbelde om afspraken af te zeggen.
Het regent hier buiten, behoorlijk hard, dat veroorzaakt onverwachte geluiden. The unexpected. Zijn we er klaar voor?’
Ringnalda is niet bang, maar uit haar dagboek blijkt dat ze onzeker is over de toekomst. Ze is zo gehecht aan Simon Vinkenoog, en aan het ‘samen zijn’ met hem, dat het haar lastig lijkt te vallen om er weer alleen voor te staan. Zonder de moeilijke situatie te bagatelliseren of te ontwijken, schrijft ze lange tijd nog optimistisch over de toekomst. Ze vertelt over de ontmoetingen van Simon Vinkenoog met zijn vrienden in het ziekenhuis die zo hartelijk en vrolijk zijn, dat het lijkt of er nog tientallen zullen volgen. Lange tijd gaat Edith Ringnalda ervan uit dat haar man zal herstellen, en ze nog een aantal jaar gelukkig samen zijn.
Het zou anders lopen: op 11 juli overlijdt Simon Vinkenoog aan een hersenbloeding.
De dag na zijn overlijden schrijft Ringnalda:
‘We praatten wel zachtjes, maar eigenlijk kon jij niet meer horen. We streelden je handen behoedzaam, maar eigenlijk kon je niets meer voelen. Geen van ons werd wreed emotioneel, want we wisten dat jij daar niet van hield bij het sterven. (…) Ze vroegen of ik niet even met je alleen wilde zijn, maar daar had ik geen behoefte aan. Je was er immers niet meer… maar wat heb ik met volle teugen van je genoten.’
Een zwart-wit foto siert het boek op. Een foto waarop Simon Vinkenoog en Edith Ringnalda staan. Vinkenoog kijkt afwezig, hij is met zijn gedachten ergens anders. Edith Ringnalda kijkt niet. Ze heeft haar ogen dicht, haar hoofd op de schouder van haar liefde geborgen. Ze geniet.
Edith Ringnalda, Heer en meester, een liefdesverklaring, Uitgeverij Nijgh en Van Ditmar, ISBN 978 90 388 9322 8 (€ 17,50)