BOEKFRAGMENT – Ellen Gerretzen, Schaduwspel

Schaduwspel
Een traag en stroperig naar beneden druipende rode vlek.
Iemand had bloed tegen zijn raam gegooid.
De tuin zag er verlaten uit. Hij ontgrendelde de deur en liep naar het zwembad, dat ook verlicht was. Er lag een klein donker voorwerp op de bodem.
Hij doorzocht de tuin, liep langs het huis naar de straat waar geen menselijk wezen was te zien, niets behalve het gedempte licht van de straatlantaarns en stilte.
Wolfgang liep terug naar het zwembad en dook er in, greep het object en kwam weer boven.
Het was een mobiele telefoon. Hij rende in zijn natte kleren naar binnen, haalde de batterij er uit en zag dat de simcard ontbrak. Hij belde Claus en liep intussen naar de badkamer om de föhn te halen. Zodra hij het gesprek had afgebroken zette hij de föhn op de hoogste stand en richtte hem beurtelings op het mobieltje en de batterij tot het apparaat in zijn handen gloeide. Hij stopte de batterij er weer in en zijn eigen simcard. Het functioneerde niet. Hij föhnde verder terwijl hij wachtte. Hij voelde zich misselijk. Het was dezelfde gsm als die van Julia.

Claus arriveerde met een aantal mensen van de Kriminaltechnik die zich over het mobieltje ontfermde, een bloedmonster van het raam nam en de tuin onderzocht op sporen. Claus zei dat het buurtonderzoek om half acht zou beginnen en dat dat niet eerder kon omdat ze de mensen niet midden in de nacht uit hun bed konden bellen.
Wolfgang verdween naar boven om droge kleren aan te doen. Toen hij weer beneden kwam zei de man met het mobieltje dat het weer functioneerde. Het was niet met een wachtwoord beveiligd. De namen en telefoonnummers waren in de telefoon opgeslagen. Zodra hij zijn eigen naam en die van Esteban zag wist hij eigenlijk al voldoende.
Het was inderdaad de telefoon van Julia

Pijn
Ze is mooi, erg mooi. Warmbloedig.
Niet koud zoals ik.
Ze beweegt onrustig in haar stoel, probeert te praten maar ik heb haar mond dicht getapet. Niet dat iemand haar hier kan horen. Ik hou gewoon niet van geschreeuw. Het verstoort de ijzige mist, leidt de aandacht af van angst en pijn.
Ze kan me niet zien door het sjaaltje over haar ogen.
Horen kan ze. Ruiken. En voelen.
O, wat zal ze voelen.
Ik zou zo graag weten wat ze denkt. Hoe bang ze is. Wat ze denkt dat ik van plan ben. Of ik alleen ben. Alleen. Ik ben alleen en samen, zoals altijd.
De ik die ik werkelijk ben en de ik die ik laat zien.
Ik heb haar in mijn macht. Ze is hulpeloos.
De snoeischaar is handzaam en vlijmscherp. Een effectief instrument.
Een konijn is een hulpeloos wezen. Het geluid van bot dat breekt, een helder, opgeruimd geluid, als een geweerschot. Alsof je een dode tak breekt. Het was zo makkelijk, ik hoefde niet eens kracht te zetten. Het ging met één hand.
Het pootje heb ik bewaard. Een konijnenpootje brengt geluk, zeggen ze.

Ze moet beseffen dat ik haar pijn ga doen.
Ze zal hopen van niet. Tegen beter weten in.
Ik wil het moment nog veel langer rekken maar ik voel de ijzige mist tot diep in me.
Mijn hele lichaam tintelt met koude speldenprikjes.
Ik kan niet meer wachten.
Het is tijd.

Ellen Gerretzen, Schaduwspel, Uitgeverij Manteau, ISBN 9789022327104 (€21,95)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven