De vrouw van Drik is overleden. Zus Suzan stond haar bij aan het ziekbed en met haar man Peter heeft ze haar broer door de moeilijke periode van het verlies heen geholpen. Sinds een trauma in hun jeugd zijn broer en zus sowieso al erg close. Maar ze zijn gezien hun professie ook elkaars tegenpolen. Want hij, Drik, is psychoanalyticus en zij, Suzan, is anesthesist. Beiden gaan ze op eigen wijze om met pijn en trauma’s.
‘In De Verdovers wordt het vraagstuk van het wel of niet voelbaar maken van pijn en trauma’s inderdaad heel concreet,’ aldus Anna Enquist. ‘De tegenstelling speelt in de karakters en in de geschiedenis van de hoofdpersonen. Drik wil zoveel mogelijk voelen, Suzan verliest zich juist in handelen en wil of kan van gevoelens niets weten. Het boek toont de worsteling, maar zonder een oplossing te geven.’
Is er dan geen oplossing? Het is toch niet goed om de confrontatie met je pijn of gevoelens uit de weg te gaan? Als psychoanalytica, zou je zeggen, staat u wat dat betreft lijnrecht tegenover de ‘verdovers’…
‘Als psychoanalytica ben ik er altijd mee bezig: hoeveel inzicht kan een patiënt aan? Wanneer je tijdens de gesprekken te veel gevoelens naar boven brengt, kun je iemands balans verstoren. Het is altijd een evenwicht: je kunt niet alles ervaren. En eigenlijk zit ik met die kwestie de hele dag te puzzelen. In De Verdovers is dit misschien een beetje overdreven, maar overdrijving is in een roman functioneel.’
De zus gaat gevoelens en pijn uit de weg, wat tot uiting komt in haar professie. Je bracht veel tijd door op het VU Medisch Centrum. Is er inderdaad een specifiek soort mensen dat dit vak kiest – zoals bij u juist de keuze lag op psychoanalyse?
‘Om een gedetailleerd beeld van het vak te krijgen, heb ik inderdaad een hele tijd meegelopen. Vroeger leken dienstbare, schuchtere karakters een voorkeur voor het werkveld te hebben, maar inmiddels is het vak van anesthesist enorm groot en breed, en is de keuze voor anesthesiologie een heel bewuste. Opmerkelijk genoeg is anesthesiologie een “verborgen” vak. Iedereen die is geopereerd kent zijn of haar chirurg, maar niet de anesthesist. De grootste angst van mensen ligt vaak in fysieke pijn; dan is het vreemd dat de mensen die deze pijn wegnemen zo worden verwaarloosd.’
Het klinkt bijna tegenstrijdig, de psychoanalytica met bewondering voor de anesthesist…
‘Onze vakgebieden hebben raakvlakken. “Verdovers” houden zich bezig met pijn en die pijn heeft een functie. Verdoof je te snel, dan kun je bezig zijn met het blokkeren van belangrijke signalen. Psychotherapeuten brengen juist gevoelens naar het oppervlak, maar het is zeker niet perse goed wanneer alles naar boven komt. Bovendien moet de anesthesist onder meer inzicht hebben in metabole processen en biochemie. Binnen de psychoanalyse zijn deze fenomenen ook meer op de voorgrond, omdat het steeds duidelijker is dat alle gevoelens een chemische component hebben.’
Is De Verdovers ook uw meest psychoanalytische roman tot nog toe te noemen?
‘Ja. De Verdovers is echt een roman over het handwerk van mijn vak. Je leest wat de hoofdpersoon, de psychoanalyticus, denkt voordat hij iets zegt. Direct al in het begin ben je deelgenoot van zijn gedachten en gevoelens. Op deze manier schrijven over mijn vak was voor mij puur vermaak. Het hele proces liep zonder worsteling en dat was heerlijk om te doen!’
Teruggrijpend op een eerder interview met de Boekenkrant: opvallend in sommige delen van uw werk is de aandacht voor muziek. De Verdovers kent alleen een muzikale structuur – of zien we hierbij nu iets over het hoofd?
‘Ik schreef De Verdovers zonder vooropgezet plan. Wel kende ik de personen en de context, maar verder liet ik ze vrij. Ik wilde daarom toch wel iets van structuur en nam daarvoor de ouderwetse sonatevorm: expositie, doorwerking, reprise, coda.’
Anna Enquist, De verdovers, Uitgeverij De Arbeiderspers, ISBN 978 90 295 7859 2 (€ 21,95)