Het begin van Gallimard vormde het tijdschrift La Nouvelle Revue Française. Schrijver en initiatiefnemer André Gide wilde de schrijvers die in dat tijdschrift publiceerden, ook de kans bieden om boeken uit te geven bij uitgeverij ‘les Éditions de la Nouvelle Revue Française’. Zakenpartner van Gide, Gaston Gallimard, gaf na de Eerste Wereldoorlog zijn naam aan deze uitgeverij.
Opmerkelijk is een vroege blunder van de uitgeverij: ze wezen in 1913 schrijver Marcel Proust af, die het eerste deel van zijn A la recherche du temps perdu bij Gallimard wilde publiceren. Gide zag later zijn vergissing in en trok Proust alsnog aan, met onder meer de winst van de Prix Goncourt in 1919 als gevolg.
Gallimard kocht de, toen al beroemde ‘Pléiade’ op en zette de legendarische reeks, het pantheon van de Franse literatuur, voort. Maar ook minder aangename beslissingen staan op het conto van Gallimard: zo ‘kochten’ ze begin jaren vijftig voor liefst 5 miljoen franc de antisemiet Louis-Ferdinand Céline.
Gaston Gallimard droeg in 1988 het stokje over aan zijn zoon Antoine Gallimard. De uitgeverij blijft daardoor een familiebedrijf én een uiterst succesvolle literaire uitgeverij.
Bron: Knack.