Dood, verderf en liefde in Amsterdam

David Hewson is niet de minste in de thrillerwereld: de Brit heeft inmiddels al meer dan twintig titels op zijn naam staan. In zijn nieuwste boek uit de Amsterdam-serie, De stenen engel, laat hij de criminele, maar ook lieflijke kant van de stad zien. Onder het genot van een Engels kopje thee ontmoet ik de auteur in onze hoofdstad.

Door Oglaya Doua

In De stenen engel is de jonge Annie Schrijver van de ene op de andere dag spoorloos verdwenen. Niet veel later wordt ze meer dood dan levend teruggevonden op een begraafplaats. Haar verdwijning lijkt verband te hebben met een nooit opgeloste zaak: de Schone Slaapstermoorden. Maar Annie had nog geluk, want niet ver van haar vindplaats wordt een lijk gevonden. Bert, Annies vader, probeert er alles aan te doen om zijn dochter te beschermen. Maar wat als het gevaar dichterbij is dan iedereen denkt?

Waarom vond je Amsterdam een goede locatie voor het verhaal?
‘Het idee kwam bij mij op toen ik in Amsterdam was om een andere boekenserie te promoten: The Killing. Deze verhalen spelen zich af in Kopenhagen en ik was op zoek naar een vergelijkbare stad, maar dan iets warmer en kleurrijker. Amsterdam is een prachtige plek vol tegenstellingen: historisch en tegelijkertijd modern. Bovendien is het een stad vol verhalen. Criminaliteit, spanning, gevoel van gemeenschap, Amsterdam heeft het allemaal.’

Plekken als de Albert Cuypmarkt of de Zuidas zijn zo belangrijk dat ze deel uit lijken te maken van de identiteit van sommige personages. Put je inspiratie uit echte mensen die je op zulke plekken ziet?
‘Absoluut. Ik hou ervan om daadwerkelijk onderzoek te doen op locaties en te zien hoe een plaats voelt en ruikt. Ik neem foto’s, maak een praatje met buurtbewoners en vanaf dat moment begin ik me voor te stellen wat voor leven deze mensen lijden. Voor mij is het heel belangrijk dat mijn verhaal echt is, authentiek. Ik wil niet dat mensen die dit verhaal lezen, denken dat het door een buitenlander is geschreven.
‘Een van de personages, Jordi Hoogland, heb ik bijvoorbeeld zien lopen op de Albert Cuypmarkt. Er liep een man met lang haar in een staart, gespierd en lomp, en ik dacht meteen: dit is een interessant personage. In het echte leven zou hij een priester kunnen zijn, maar daarom ben ik een schrijver. Ik gebruik mijn fantasie.’

Uit het verhaal blijkt dat stadsbewoners het jammer vinden dat er meer hippe, nieuwe zaakjes opkomen in Amsterdam. Is dat iets wat ook bij jou leeft?
‘Het is wel iets wat ik steeds vaker zie. Het feit dat er steeds meer hippe zaakjes en grote ketens in de stad komen, betekent dat steeds minder mensen het zich kunnen veroorloven om daar te blijven wonen. Voor toeristen is het goed nieuws, maar het is wel triest voor mensen die jarenlang met veel plezier ergens hebben gewoond en het zien veranderen in een plek waar ze zich niet meer thuis voelen. Het verdeelt een gemeenschap. Daarom vond ik het ook belangrijk om een personage als Bert Schrijver in De stenen engel te hebben. Hij heeft moeite om zijn bloemenzaak draaiende te houden. Zo’n verhaallijn laat zien wat er speelt bij gewone mensen.’

Het is ongebruikelijk om in een misdaadverhaal zoveel aandacht te besteden aan de familie van een slachtoffer. Waarom wilde je die zo prominent belichten?
‘Daar heb ik bewust voor gekozen. Het verhaal van de familie Schrijver kwam als eerste bij me op. Ik schrijf niet graag over autoachtervolgingen en schietgevechten, dat is niet mijn stijl. Wat mij bezighoudt, zijn menselijke drama’s. Ik wilde een spannend verhaal vertellen dat tegelijkertijd heel menselijk is.’

Op een bepaald moment in het boek zit je echt in het hoofd van een bad guy. Vond je dat lastig om te schrijven?
‘Het interessante van personages vind ik achterhalen waarom ze zijn zoals ze zijn. De personen in mijn boeken vallen vaak in een grijs gebied tussen goed en slecht. Bij dit specifieke personage was dat wel anders. Hij heeft geen gevoelens, hij is een psychopaat. Hij ziet andere mensen als objecten die hij kan manipuleren, dus ik vond die passage ontzettend uitdagend en best eng om te schrijven.’

Het boek eindigt met een plottwist waar je u tegen zegt. Hoe ben je op dat idee gekomen?
‘Ik heb bijna altijd een idee over hoe een verhaal moet eindigen, maar het pakt meestal niet zo uit. De personages leiden het verhaal. Het is een kwestie van goed luisteren om erachter te komen hoe het verhaal zich moet ontwikkelen.’

Boekgegevens

David Hewson, De stenen engel, vertaling: Gert van Santen, Uitgeverij Boekerij, ISBN 9789022575857, 384 pagina’s (€ 19,99)

Dit interview verscheen eerder Boekenkrant, editie januari 2018.

Berichten gemaakt 5342

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven